24
12 JANUARI 1981
blijft van de geldmiddelen die ter beschikking
kunnen worden gesteld.
Wethouder SANDBERG: Het gaat hier inderdaad
om een ambtelijke nota die in het najaar van 1979
is verschenen, die gelukkig is geactuali
seerd, mede door middel van het onderhavige pread
vies, die in juni 1980 in de commissie is bespro
ken en die vervolgens even is "geparkeerd" totdat
de begrotingsbehandeling achter de rug zou zijn.
Na de begrotingsbehandeling toen al toegezegd
-is de nota zo snel mogelijk wederom op de rol
gezet, opdat de raad besluiten zou kunnen nemen.
De heer Kammeraat heeft er terecht op gewezen
iedereen in deze raad veroordeelde een ad-hoc-be-
leid ter zake van de accommodaties en we moesten
weten waar we naartoe gaan. Hiermee wil ik de vijf
incidentele keuzen die de raad heeft gedaan en
waarvan de heer Kammeraat er enige heeft genoemd,
niet meteen als uitingen van een ad-hoc-beleid
bestempelen. Ook die keuzen lagen in de lijn die
in het verleden was uitgezet, maar zij konden ui
teraard niet in een totaalkader worden geplaatst.
Ik geloof dat dit één van de belangrijkste
aspecten van de hoofdlijnen van de nota is: we
hebben nu enig inzicht en we weten hoe het "plaat
je" er in zijn totaliteit uitziet. Ook een hoofd
lijn is dat we weten wat er kan en wat er niet
kan. Het lijkt mij van belang dat we gezamenlijk
gewoon beseffen welke wensen de komende jaren niet
aan bod zullen kunnen komen, zodat er geen toezeg
gingen over kunnen worden gedaan. Het is goed dat
de aanpak planmatig is, dat we voorlopig geen gel
den uit de kapitaalsfeer "opeten" in het verle
den hebben we dat, door vrij vallende kapitaallas-
ten in de exploitatie te stoppen, vaak genoeg ge
daan en dat we tot een keuze van een aantal
prioriteiten komen. Nadrukkelijk is vastgesteld
dat we de genoemde vier prioriteiten boven de rest
verheffen, maar dat we de realisatie van die vier
prioriteiten, in de tijd gezien, mede afhankelijk