17 FEBRUARI 1981 254 De heer GARRITSENIk meen dat dit voorstel eigenlijk niet past in het prioriteitenbeleid van de gemeente ten aanzien van de binnenstad. Mijns inziens zijn er met betrekking tot de binnenstad heel andere zaken die aandacht nodig hebben. Inder daad wordt door de rijksoverheid bijgesprongen, terwijl ook de vereniging een eigen bijdrage le vert, maar ik geloof toch dat wij niet tot deze aanpassing moeten overgaan. Wij zullen de priori teit op andere plaatsen moeten leggen. In het ver leden zijn ons ook al voorstellen met betrekking tot de binnenstad voorgelegd, onder andere ten aanzien van de Haagdijk waaraan ik mijn stem wél heb gegeven, maar de zaak waarom het in dit voor stel gaat heeft voor mij niet zo'n hoge urgentie dat ik daarvoor middelen beschikbaar wil stellen. Wethouder VAN DUN: Het is voor een aantal men sen in de raad niet gauw goed. De heer De Brouwer sloeg de plank volslagen mis toen hij stelde dat het wel weer zal zijn ge gaan zoals dat zo dikwijls gebeurt. Hij meent dat het college gebruik maakt van iedere subsidiepot die zich voordoet en grif de andere helft bijlegt als de ene helft wordt gesubsidieerd door het rijk Dat is beslist niet waar, wat ik dadelijk nog eens duidelijk wil maken. De heer Garritsen meent dat dit voorstel niet past in de prioriteitstelling die in het beleids programma van het college is vastgelegd. Ook dat mag een aardige opmerking worden genoemd. Mevrouw Muntjewerff heeft iets gezegd dat ik niet begrijp, namelijk dat het plan zodanig is uitgekleed dat het nog maar nauwelijks een bijdra ge tot het aantrekkelijk maken van de binnenstad kan leveren. Ik meen dat juist in dit soort opmerkingen de waarheid is te vinden die in dit preadvies naar voren komt. Inderdaad heeft het college op een be paald moment, met name bij de opstelling van de begroting 1981, een aantal prioriteiten gesteld.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 254