257 17 FEBRUARI 1981 na de nodige tijd wachten, een voorstel aan ons is voorgelegd. Ik wil herinneren aan een C.D.A.-motie die heeft opgeroepen tot het instellen van een post voor energiebesparing. Met vreugde constateer ik dat die uiteindelijk heeft geleid tot het hier voorliggende voorstel. In het algemeen moet worden gezegd dat het de gemeente siert dat zij hiertoe is overgegaan, omdat het mogelijk is dat het ge stelde in het voorstel zeker op wat langere termijn de gemeente flink wat geld gaat kosten. Het ener gie- en waterbedrijf ontvangt veel inkomsten uit de levering van energie en als er bespaard gaat worden gaat dat ten koste van de winsten. In eer ste instantie kunnen we dat natuurlijk opvangen door zo veel mogelijk de eigen gemeentelijke ge bouwen te isoleren, maar als op de duur werkelijk wordt gekomen tot 30% besparing van energie zal dat de gemeente geld gaan kosten. In dit verband wil ik erop aandringen dat de reeds bestaande be sprekingen van de gemeente naar de VEGIN toe om bij het Nederlands Gasinstituut te komen tot een verhoging van de margeverbetering bij doorzettende energiebesparing worden geactiveerd, met name ge let op het feit dat ik zojuist noemde, namelijk dat de gemeente in eigen vlees snijdt door deze energiebesparing te gaan toepassen. De nota vinden wij goed; zij is kort en hel der. Mijn buurman in de commissie merkte op dat bij het opstellen daarvan al duidelijk aan energie besparing is gedaan. Ik moet nog wel een tweetal vragen stellen. Op de milieubegroting staat nog een tekort van 44.000,dat hiermee samenhangt. De kosten zijn namelijk groter dan aanvankelijk was geraamd. Kunt u zeggen hoe de situatie daaromtrent momenteel ligt? Omdat het zo lang heeft geduurd voordat wij dit voorstel eindelijk konden bespreken is er in middels een budgetegalisatiefonds ontstaan van waaruit een eenmalige aanschaf zou kunnen plaats vinden. Gedacht zou kunnen worden aan het mobiele

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 257