12 JANUARI 1981 25 stellen van een aantal externe factoren. De heren Kammeraat en Oomen hebben gevraagd of er een jaarlijkse bijstelling kan worden gege ven. Ik meen dit zonder meer te kunnen toezeggen, omdat het heel nadrukkelijk onze bedoeling is. Wij zullen ten aanzien van de nota jaarlijks bij de begrotingsbehandeling dat lijkt het meest ge- eigende ogenblik aangeven hoe de stand van za ken is, in hoeverre we voor het volgend jaar aan vullende claims zullen indienen en in hoeverre die zullen worden gehonoreerd. Een planmatige aanpak van tien jaar zal in ieder geval moeten worden ge baseerd op een jaarlijks onderzoek van de hoeveel heid geld die in de culturele-accommodatiesfeer te besteden is, uiteraard in afweging tegen andere noden Ingaand op het Huis van Brecht en de Klooster kazerne, praten we nog steeds over accommodaties die niet in ons bezit zijn. We gaan er binnenkort naar kijken de afspraak is daarvoor gemaakt en het lijkt mij het meest zinvol vervolgens nog eens met elkaar van gedachten te wisselen over wat er eventueel zou kunnen en misschien ook niet zou kunnen De werkgroep die ter sprake is gekomen, heeft in de eerste plaats de opdracht gekregen een inven tarisatie te maken, natuurlijk met de bedoeling dat we straks in overleg met de werkgroep tot aan bevelingen komen waaruit blijkt wat er allemaal zou kunnen en niet zou kunnen. Ik meen dat we van de werkgroep geen overdreven verwachtingen moeten hebben; ook tot op heden kwamen er geregeld gebou wen vrijdie dan misschien wat "ad-hoc-erig" een invulling kregen. De werkgroep verricht overigens haar activiteiten niet uitsluitend ten behoeve van de sector cultuur: ook in andere sectoren van het gemeentelijk beleid zit een stukje accommodatie- pijn en accommodatienood. De werkgroep is door het college ingesteld, omdat het gewenst is eerst eens een beeld te krijgen van wat zich in de loop van de tijd allemaal gaat voordoen, van de ruimten die

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 25