261 17 FEBRUARI 1981 constaterend dat: 3. de onderhavige nota feitelijk slechts de organisatorische voorwaarden regelt voor een gecoördineerde aanpak van energiebe sparing door de gemeente; 4. een concreet meerjaren-aktieplan met ver melding van projecten, periode van uit voering en middelen ontbreekt; spreekt als zijn mening uit dat: 5. vóór de behandeling van de begroting 1982 in de raad, een concreet meerjaren-aktie plan energiebesparing aan de raad dient te zijn aangeboden; en gaat over tot de orde van de dag." De heer GARRITSEN: In grote lijnen kan ik mij vinden in datgene wat de heer Dreef heeft opge merkt, maar ik wil op enkele punten nog wat nader ingaan. Als je spreekt over energiebesparing is het uiterst merkwaardig als je alternatieve energie bronnen buiten beschouwing laat. Op pagina 4 onder punt 5 lezen wij de argumentatie voor het feit dat die in deze nota niet zijn behandeld. Daar wordt gesteld dat de alternatieve energie nog niet op een rendabele en grootschalige wijze kan worden toegepast, wat ik een slecht argument vind. Ik kan mij nog voorstellen dat men stelt dat de toepas sing rendabel moet zijn, maar het is voor mij een raadsel waarom die zo nodig grootschalig zou moe ten zijn. Als je met alternatieve energiebronnen gaat werken, zal dat naar ik aanneem in veel ge vallen sterk gedecentraliseerd kunnen gebeuren; dat behoeft niet direct op grote schaal te gebeu ren. Voor wat betreft de rentabiliteit meen ik dat de kosten in veel gevallen op langere termijn wor den terugverdiend, met name gelet op de enorme stijgingen van de gasprijzen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 261