17 FEBRUARI 1981 264 biedt de nota te weinig zicht op een forse en con crete aanpak tot energiebesparing. Het college neemt de bekende middelen te baat, namelijk het instellen van een stuurgroep en werkgroepen en het aantrekken van een drietal ambtenaren van wie, ge heel in de geest van deze tijd, één part-time en dat mag dan alleen maar een vrouw zijn. Ik moet u zeggen dat wij -- wij sluiten ons aan bij wat de heren Dreef en Garritsen hebben gezegd liever wat meer concrete projecten hadden gezien. Het eni ge concrete project dat nu naar voren wordt ge schoven is dat van de voorlichting. Op zichzelf is dat een heel goed project, maar wij hopen wel dat gebruik zal worden gemaakt van de tentoonstelling die Intergas zo voortreffelijk heeft ingericht en die naar wij hebben begrepen ook veel succes heeft gehad. Verder wil ik u nog zeggen dat wij liever hadden gezien dat ambtenaren die in hun werk al met energie en energiebesparing te maken hebben -- wij doelen dan op de ambtenaren van het ener gie- en waterbedrijf en van openbare werken, meer in het bijzonder van bouw- en woningtoezicht op onderdelen zouden zijn bijgeschoold. Volgens ons zullen de aan te trekken energiebesparingsamb tenaar en de isolatiedeskundige geen enkel soulaas bieden. De motie van de heer Dreef komt op het eerste gezicht sympathiek op ons over, maar er zit voor ons één onduidelijkheid in die wij verhelderd wil len zien. De motie spreekt zich namelijk impliciet uit voor handhaving van de nota energie-aanpak zo als die door het college is opgesteld. Wij vinden dat die nota eigenlijk van tafel moet worden ge haald. Onzes inziens dienen b. en w. hun huiswerk over te maken, maar als de motie dat eveneens be oogt hebben wij er niet veel bezwaren tegen. Als zij echter impliciet het beleid van b. en w. onder steunt zullen wij de motie niet kunnen volgen. Wethouder BROOIMANSReeds vele malen is

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 264