26 12 JANUARI 1981 vrij komen en van de aanbevelingen die we kunnen verwachten in het kader van het streven naar een zo goed mogelijke oplossing voor de pijn in de di verse sectoren. Met de vraag van de heer Kammeraat naar de kans van realisatie heb ik het een beetje moeilijk, omdat we daarmee nogal bij de koffiedikkijkerij terecht komen. Enerzijds weten we nu over welk be drag we beschikken, zij het in de begroting 1981, die door de raad is vastgesteld, en dat is zelfs nog maar een aanzet. Zoals men weet zijn er in het meerjarenbeeld niet onaanzienlijke bedragen ik ben daar erg blij mee in het vooruitzicht ge steld, maar er hangt nog meer boven de raad, zo als bijvoorbeeld een stelpost "nog in te verdienen zaken" omdat het meerjarenbeeld niet sluitend is. Vanuit die invalshoek is het volstrekt onmogelijk op dit ogenblik toe te zeggen dat binnen twee, drie of vier jaar bepaalde project klaar zullen zijn. Ik denk dat we het volgende moeten zeggen: wat nu is gereserveerd, komt er op neer dat we over een periode van vier jaar met een kleine 5 miljoen zitten en daarmee zou zeker de helft van de nu aangedragen prioriteiten kunnen worden verwezenlijkt. Daarnaast moet men niet vergeten dat er in de loop der tijd aanzienlijke bedragen vrij zullen komen, juist uit de vrij vallende ka- pitaallasten. Wanneer die opnieuw worden geïnves teerd, dragen zij op hun beurt ook weer bij tot voeding van de kapitaalposten/investeringen. We zetten dan een trein in beweging die weliswaar nog niet zo hard rijdt, maar die in ieder geval het komende jaar gaat doorrollen en ik denk dat dat het belangrijkste is. Het is nog de vraag, welke prioriteit we zul len moeten gaan kiezen. De heer Oomen stelt fili aal West ongeveer op de eerste plaats, terwijl de heer De Brouwer de archiefdienst eigenlijk het be langrijkst vindt, en ook de muziekschool, waarna ook hij tot filiaal West komt, de Beeldenaar wat minder voorrang gevend. Als we wat verder met

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 26