17 FEBRUARI 1981
280
1981. (P) (inclusief aanvulling)
De heer KOERTSHUIS: Emancipatie is een goede
zaak, maar met het begrip op zichzelf ligt het wat
moeilijker. Het is niet helemaal duidelijk wat nu
precies onder emancipatorisch moet worden verstaan
en wat niet. Wel is duidelijk dat, althans voorlo
pig, emancipatie alleen nog maar bestemd is voor
vrouwen. Er bestaan mijns inziens nog heel wat in
terpretatieverschillen met betrekking tot de vraag
wat nu precies onder emancipatorisch handelen valt
Emancipatie heeft te maken met bewustwording, ont
wikkeling, ontplooiing, het deelnemen aan bepaalde
zaken etcetera. Ik heb van de Rooie Vrouwen de
kreet gehoord dat emancipatie gelijk staat aan so
cialisme en feminisme en dat zij moet worden ge
zien als een stuk geloof. Er is dus sprake van ver
schillen in interpretatie en benaderingswijze.
Ook over de betekenis van de emancipatie,
over de mate waarin daarmee ernst wordt gemaakt en
over de vraag of de ontwikkelingen op dat vlak
goed of slecht verlopen kun je verschillend denken
In het stuk van het college lees ik onder
punt III.1 het volgende: "Wij ontlenen deze krite-
ria aan ons raadsprogramma op hoofdpunten voor de
raadsperiode 1978-1982: "De zorg voor de gehele
samenleving met extra aandacht voor achtergebleven
groepen".". Wij gaan daarmee akkoord, want dit is
gesteld in het raadsprogramma dat door de verschil
lende fracties is onderschreven. Het college stelt
verder: "Hoewel met recht gesteld kan worden dat
vrouwen in totaliteit een achtergebleven groep
vormen". Door het college wordt dus betoogd dat
alle vrouwen tot een achtergebleven groep behoren,
maar zoals wij al eerder hebben gesteld vinden wij
dat overtrokken; zo ver willen wij niet gaan.
Ten aanzien van de totstandkoming van het
programma van activiteiten hebben wij begrepen,
mede uit de stukken van het college, dat die is
geschied via een noodprocedure. Er is sprake ge
weest van haastwerk en naar onze mening ik zal