281
17 FEBRUARI 1981
dat dadelijk proberen aan te tonen ook van nat
te vinger-werk. Wij weten dat de gemeente aanvan
kelijk van de zijde van C.R.M. werd gedwongen dit
programma voor 1 januari gereed te hebben, welke
termijn naderhand met twee maanden is verlengd.
Vóór 1 maart moet een en ander bij het ministerie
binnen zijn. Zoals ik al zei is er sprake geweest
van haastwerk. Wij hebben de indruk gekregen dat
er onvoldoende tijd beschikbaar was en dat het
college met de ambtelijke ondersteuning niet vol
doende informatie heeft ingewonnen, met name voor
wat betreft de vraag welke zaken wel en welke niet
in het kader van dit programma zouden moeten wor
den opgenomen. Ik wil daarvan een voorbeeld geven
ter adstruering. Er is een verzoek binnengekomen
van de Politieke Discussiegroep, welk verzoek tij
dens de ambtelijke voorbereiding is afgewezen. Het
college heeft dat advies overgenomen en het ver
zoek eveneens afgewezen. Een vertegenwoordiger van
die groep heeft in de commissie sociale zaken de
aanvrage toegelicht, waarop de wethouder nog eens
toelichtte op welke gronden het college meende die
aanvrage te moeten afwijzen. Met name werd door
haar gesteld dat de activiteiten van deze groep
niet emancipatorisch zouden zijn. In dat verband
citeerde zij iets uit een brief van staatssecreta
ris Kraaijeveld, op grond waarvan naar haar mening
de aanvrage niet voor honorering in aanmerking
kwam. Een week later, de vorige week, ontvingen
wij een schrijven van het college dat een aanvul
ling op dit raadsvoorstel betrof en waarin het
college stelde dat deze aanvrage wél voor subsidie
in aanmerking komt. Dit is illustratief voor de
wijze waarop het programma dat voor ons ligt tot
stand is gekomen; het duidt op haastwerk en een
noodprocedure
Bij de samenstelling van het programma zelf
met de verschillende onderdelen is uitgegaan van
een aantal criteria. Wij kunnen u zeggen wij
laten daarover geen twijfels bestaan dat wij
die criteria onderschrijven. Het zijn dezelfde die