28 12 JANUARI 1981 overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. 3. bijlage nr. 401. VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT VASTSTELLING VAN HET REGLEMENT VAN ORDE EN VAN VERORDENINGEN VOOR DE VERSCHILLENDE VASTE COMMISSIES VAN ADVIES EN BIJSTAND AAN BURGE MEESTER EN WETHOUDERS (RAADSCOMMISSIES)(M) De heer GARRITSEN: In deze korte vergadering wil ik mijn betoog over het reglement van orde be perkt houden. Er zijn erg veel opmerkingen te ma ken, maar de materie is in de commissie uitvoerig behandeld. De afdeling bestuur en kabinet heeft geadviseerd en allerlei aspecten zijn uitgebreid aan de orde geweest. In deze vergadering wil ik op enkele punten terugkomen die naar mijn mening van wezenlijk belang zijn en die bij de besluitvorming van de raad een rol kunnen spelen. Voordat ik overga tot de punten die ik zelf wil inbrengen, nog enige algemene opmerkingen. Ik vind dat in het reglement van orde de mogelijkhe den van de raadsleden beperkt zijn. Naar mijn me ning moet ieder raadslid kunnen beschikken over de mogelijkheden die het reglement in feite biedt; ik denk daarbij aan het indienen van moties, amende menten en initiatief-voorstellen. Ieder raadslid moet de gelegenheid krijgen om wat dat betreft aan zijn trekken te komen. Uit een oogpunt van demo cratie is dat zeer wenselijk. Het is niet goed al lerlei drempels in te voeren: in Duitsland kent men een 5%-drempel voor partijen, maar in feite gelden in deze gemeenteraad drempels van hetzelfde type, waarmee we naar mijn mening op de verkeerde weg zijn. Ik vind ook in algemene zin dat het reglement van orde erg defensief is opgesteld, mede in de richting van het publiek dat soms ik mag wel zeggen: heel soms bij commissie- en raadsverga deringen aanwezig is. Ik pleit ervoor dat in een

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 28