291
17 FEBRUARI 1981
De VOORZITTER: Zo is het genoeg, dames en he
ren, zo is het méér dan genoeg.
De heer RöMKENSWij willen ons ten aanzien
van het onderhavige voorstel kortheidshalve beper
ken tot een aantal kernpunten. Wij worden met dit
voorstel wederom via een noodprocedure geconfron
teerd met een programma voor 1981. Hoewel dankzij
de activiteiten van de emancipatiemedewerkers
sinds september duidelijk voortgang is geboekt in
dit werk, moeten wij toch constateren dat thans
voor de tweede maal sprake is van een eenmalig pro
gramma. Dit zou de indruk kunnen wekken dat het
college het emancipatiebeleid niet erg serieus
neemt. Wij hebben echter begrepen dat het voorne
men bestaat om met voortvarendheid aan het plan
1982-1985 te gaan werken, opdat de raad tijdig in
de gelegenheid zal zijn een programma vast te
stellen op basis van een beleidsvisie, waarin dui
delijke toetsingscriteria zullen zijn begrepen.
Wij nodigen uw college dan ook uit op een zodanig
tijdstip met uw voorstellen voor het plan 1982-
1985 en het programma 1982 te komen, dat een zin
volle discussie in commissie en raad tot de moge
lijkheden behoort. In het bijzonder zullen wij nu
graag de toezegging ontvangen dat het boeg-overleg
nadrukkelijk zal worden betrokken bij het opstel
len van plan en programma.
In de subsidievoorwaarden 1980 was sprake van
een verslag van de activiteiten. Gezien het momen
tele tijdstip hebben wij er begrip voor dat deze
evaluatieverslaglegging over 1980 nog niet ter be
schikking is. In verband met de subsidiëring in de
toekomst lijkt het ons echter van belang dat in
zicht wordt verkregen in het deelnemersbestand der
verschillende activiteiten, verbijzonderd naar
leeftijd, opleiding en het al dan niet lid zijn
van de organiserende instantie. Wij verzoeken u
derhalve bij de behandeling van plan en programma
1982-1985 inzicht te verschaffen in bedoelde zin.
Een naar onze mening eveneens belangrijk punt