17 FEBRUARI 1981
292
bij de plan- en programma-opstelling is de coördi
natie der activiteiten. Nagegaan zal moeten worden
in hoeverre samenwerking mogelijk is teneinde over
lapping te voorkomen, wij hebben met name bij het
onderhavige voorstel het idee dat vanuit diverse
organiserende instanties nagenoeg identieke acti
viteiten worden georganiseerd. Uw verwijzing naar
de verschillende doelgroepen komt ons, gezien het
ontbreken van de evaluatieverslagen, als onvol
doende voor.
Aan het begin van ons betoog hebben wij ge
zegd dat er duidelijke toetsingscriteria dienen te
komen. De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat de
voor dit programma geformuleerde criteria ook hel
der en duidelijk zijn. In navolging van de heer
Koertshuis plaatsen echter ook wij vraagtekens bij
de toepassing ervan. Gezien de reacties van diver
se groepen moet worden gesteld dat de toepassing
op zijn minst arbitrair is geweest. Wij hebben er
evenwel begrip voor dat dit mogelijk een gevolg is
van het haastweirk. Als commissie hebben wij uw
college dan ook geadviseerd een aantal groeperin
gen alsnog voor subsidie in aanmerking te laten
komen, waarbij ik wél nadrukkelijk wil opmerken
dat dit niet betrof de groeperingen die spreektijd
hadden aangevraagd, maar een aanmerkelijk groter
aantal. Ik zeg dit om misverstanden te voorkomen,
die wij overigens in contacten met de rechtstreeks
betrokkenen al hebben rechtgezet.
Inmiddels hebben wij naar aanleiding van dit
advies een aanvullend voorstel van uw college mo
gen ontvangen. Ook hierbij speelt de haast weer
een duidelijke rol. Wie schetst mijn verbazing
toen ik moest constateren dat de werkgroep Poli
tiek van de Vrouwenraad, die niets heeft gevraagd,
plotseling 300,kreeg toegekend. Bedoeld is
natuurlijk de politieke en maatschappelijke dis
cussiegroep en dat is een andere groepering dan de
werkgroep Politiek van de Vrouwenraad. Ik neem aan
dat deze schoonheidsfout wordt hersteld en dat de
toegekende subsidie op de juiste plaats terecht