295
17 FEBRUARI 1981
derhalve uw antwoord op onze vragen tegemoet.
De VOORZITTER: Ik schors de vergadering voor
de pauze.
PAUZE.
De VOORZITTER: De vergadering is heropend.
De heer HENDRIKSENIk heb de neiging lang
zaam te gaan praten, want de zaal is nooit zo leeg
geweest als nu, terwijl ik in de pauze nog wel aan
iemand heb uitgelegd dat je beter na de pauze kunt
praten omdat je woorden dan beter blijven hangen
bij degene die moet antwoorden. Ik heb nu geleerd
dat het toch ook wel eens anders kan liggen; de
volgende keer zal ik het anders doen.
Ik wil u in de eerste plaats vertellen waarom
ik vanavond één minuut te laat waswant dat had
een duidelijke reden. Ik was met de afwas bezig.
Mijn vrouw stond mij op te porren en intussen
maakte zij wat vervelende opmerkingen in mijn rich
ting, omdat ik het eten te laat had afgeleverd
waardoor zij aardig in de knel kwam te zitten met
het naar bed brengen van de kinderen, aangezien
ook zij op een bepaalde tijd ergens moest zijn.
Dit soort fricties heb ik de afgelopen jaren veel
meegemaakt en ik constateer dat achter de tafel
deze problematiek ook wordt herkend. Ik krijg de
neiging aan u te vragen hoe u daarmee om gaat,
want ik moet u zeggen dat ik het verdomd moeilijk
vind. We zitten hier nu toch zo ongeveer met een
mannenpraatgroep
De VOORZITTER: U wilt zeggen dat we nu toch
met mannen onder elkaar zijn.'
De heer HENDRIKSEN: Het is erg moeilijk om
met dat soort dingen om te springen. Je gaat in
die situaties weg in een wat kribbige stemming
omdat thuis de zaken niet zijn gelopen zoals zij