17 FEBRUARI 1981 298 vraag of de criteria wel als keihard worden ge zien. Men stelt dat men die criteria onderschrijft maar wat betekent dat dan? Het gaat daarbij name lijk om een activiteit binnen een politieke partij Een en ander geschiedt weliswaar in openbaarheid, maar er mag mijns inziens toch wel worden verwacht dat een politieke partij die zichzelf respecteert er ook voor zorgt dat de vrouwengroepen binnen de partij zich financieel kunnen bedruipen. Als die partij dat intern niet kan regelen, vind ik niet dat er voldoende prioriteit wordt gehecht aan eman cipatie van vrouwen binnen deze partijdaarvan moet dan nog heel wat gebeuren. Overigens is de laatste partij die in dat opzicht over de brug is gegaan de C.P.N. Als men de criteria wel wil ac cepteren, maar die niet hanteert bij de beoorde ling, komen we op een gevaarlijke weg terecht; ik wil dat nog eens nadrukkelijk signaleren. Ik erken overigens wel dat het op ieder moment de raad vrij staat dat wel of niet te doen, want dat is één van de consequenties van de decentralisatie. De raad maakt een keuze, wat op basis van inspraak of par ticipatie kan gebeuren, maar dat wil niet zeggen dat de raad geen andere keuze zou kunnen maken. Wij kunnen dus kiezen en ik vind ook dat wij dat heel duidelijk tegen elkaar moeten zeggen; in la tere situaties zal dat ook nog wel eens voorkomen. Ik meen dat dat ook zal leiden tot een zekere po litisering in deze raad, omdat verschillende be langen duidelijk tegenover elkaar staan, wat wij rond welzijnszaken al eerder hebben gemerkt, maar ook buiten de raad. Eigenlijk kunnen we op dit mo ment al zeggen dat het gevecht om de subsidies tus sen de instellingen van particulier initiatief zich al gaat aftekenen. Dat is een logisch gevolg van de hele decentralisatie en het zal een gewel dig moeilijke extra opgave voor de gemeenteraad worden om toch op een zuivere, goed onderbouwde maar ook politieke manier keuzes te gaan maken. Ik wil vervolgens ingaan op het amendement dat is ingediend door de V.V.D. en dat door het

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 298