301
17 FEBRUARI 1981
inspreektijd verteld dat ook de V.V.D. zich inzet
voor emancipatie. Staat dat ook in dat geval ge
lijk aan socialisme, feminisme en geloof? Dat
slaat natuurlijk nergens op. Ik wil hiermee aange
ven dat wanneer we op die manier over emancipatie
en emancipatorisch werken gaan praten we flink met
elkaar in de mist zitten. Ik zal graag van de wet
houder horen wanneer de emancipatienota, die ons
in het vooruitzicht is gesteld en waarnaar ook al
door het C.D.A. is gevraagd, ons zal bereiken, op
dat wij een zinnige discussie met elkaar zullen
kunnen voeren rond het begrip emancipatie.
De heer GARRITSEN: Ik wil beginnen met het
laatste waarover de heer Hendriksen sprak, name
lijk de emancipatienota die is toegezegd. De wet
houder voor emancipatiezaken is nu bijna drie jaar
in functie en thans moeten wij voor de tweede maal
een jaarprogramma vaststellen voor emancipatiewerk.
Ik vind dat erg jammer, want als na de volgende
verkiezingen de Partij van de Arbeid niet in het
college terugkomt zal deze zaak vermoedelijk hele
maal blijven liggen. Deze kwestie is nu aangekaart
en ik denk dat dat is te danken -- ik wil dat niet
onder stoelen of banken steken aan de inzet van
de wethouder die zich hiermee bezighoudt. Ik vrees
wel dat een en ander op het allerlaatste nippertje
zal worden gerealiseerd. Er wordt nu opnieuw een
jaarprogramma vastgesteld. De criteria die moeten
aangeven hoe de centen moeten worden verdeeld zijn
al aangestipt door verschillende sprekers, maar ik
meen dat van de kant van de V.V.D. daarop veel te
weinig is ingegaan. Men dient duidelijk te zeggen
of men achter die criteria kan staan en als men
dat niet kan zal men ook moeten stellen dat zij
dienen te worden veranderd. Pas dan kan worden ge
discussieerd over de vraag welke groepen wél en
welke niet in het programma moeten worden opgeno
men. Helaas is dat nu niet mogelijk.
Zelf vind ik van de criteria dat zij erg rom
melig zijn. Zij vormen een samenraapsel van een