17 FEBRUARI 1981
306
verkenningen en in het program van hetgeen wordt
nagestreefd. Op basis van die beschrijving van
achterstand hebben wij prioriteit gegeven aan de
groepen van vrouwen die in sociaal-economisch en
educatief opzicht een achterstand hebben. Alle
vrouwengroepen waren het ermee eens ook vanuit
de raad is die keuze niet aangevochten dat de
vier eerstgenoemde activiteiten, de themamiddagen
voor Marokkaanse vrouwen, de thema-middagen voor
Turkse vrouwen, de naailessen voor Marokkaanse
vrouwen in Tuinzigt en de thema-ochtenden in Drie
sprong, geheel zijn gehonoreerd. De commissie so
ciale zaken heeft ten aanzien daarvan ook positief
geadviseerd.
Ik vind het jammer dat voor wat betreft de
toepassing van de criteria de meningen wat uiteen
lopen. Wij hebben de criteria zo goed mogelijk
toegepast ten aanzien van de verschillende aanvra
gen, waarbij wij hebben geprobeerd zo veel moge
lijk rekening te houden met de opmerkingen van de
kant van de vrouwengroepen. Op basis daarvan zijn
wij tot toetsing gekomen. Ik heb al aangegeven
welke criteria wij hebben toegevoegd aan de crite
ria zoals die zijn opgenomen in de rijksbijdrage
regeling. Er is uitdrukkelijk gesteld dat het moet
gaan om activiteiten die het zelfbewustzijn van
vrouwen als individu en als groep ontwikkelen. Wij
voelen ons op dit punt in het goede gezelschap van
de landelijke emancipatiecommissie en van mevrouw
Kraaijeveld-Woutersdie met betrekking tot deze
tijdelijke rijksbijdrageregeling uitsluitend
spreekt over activiteiten gericht op vrouweneman
cipatie
Mevrouw SAELMAN-BOELENMet dat criterium
zijn wij het volledig eens, maar deze pot is uit
drukkelijk niet alleen voor vrouwenemancipatie be
doeld. U weet dat naar onze mening ook andere groe
pen aan emancipatie toe zijn, maar voor wat dat
betreft is er nooit iets op een rijtje gezet.