315
17 FEBRUARI 1981
toe als lid van deze raad. De heer Hendriksen eis
te toen aan het begin van een commissievergadering
dat de heer Römkens niet aan die vergadering zou
deelnemen. Hij bracht die eis naar voren bij wijze
van punt van orde aan het begin van de vergadering
Het was een vergadering van de commissie sociale
zaken en daar de heer Römkens werkte bij een wel-
zijnsinstituut wenste de heer Hendriksen dat hij
niet aan de besprekingen zou deelnemen.
Mevrouw STUTTERHEIM-EDELINGIk begrijp niet
wat de heer Koertshuis nu wil beweren. Maakt het
dan niets uit of het gaat om iemands vrouw óf om
de persoon in kwestie? Dat maakt mijns inziens
toch wel verschil.
De heer KOERTSHUIS: Ik wil hiermee aantonen
dat de heer Hendriksen, die zich het vorig jaar
als zeer principiëel manifesteerde, nu toch wel
erg hypocriet blijkt te zijn.
De VOORZITTER: Ik verzoek u toch dit onder
werp nu verder buiten beschouwing te laten, want
ik geloof niet dat het met het onderhavige voor
stel te maken heeft. Ik zal het erg op prijs stel
len als u nu uw betoog wilt vervolgen en deze aan
gelegenheid verder buiten de discussie wilt houden.
De heer KOERTSHUIS: Akkoord, mijnheer de
voorzitter
Er is verder door de heer Hendriksen gezegd
dat wij met ons voorstel om de vijf door ons be
doelde verzoeken te honoreren kennelijk voor Sin
terklaas willen spelen. De verzoeken welke wij
hebben aangevoerd zijn in elk geval niet op inhou
delijke gronden door het college aangevochten.
Ik wil vervolgens nog een opmerking maken
over de reservering. Mevrouw Paulussen acht ons
amendement onrechtvaardig en daarbij wees zij erop
dat verschillende van de posten die zijn gehono
reerd zijn gekort. Zij merkte ook op dat de