17 FEBRUARI 1981 320 ontwikkeling die de boeg voor ogen staat. Dit be treft zaken die botsen, wat ik ook niet onder de tafel wil houden. De rijksbijdrageregeling voor emancipatiewerk is een brede regeling, waardoor een groot aantal vrouwengroepen een beroep op die regeling kan doen, hetgeen een goede zaak is. Van de kant van de P.S.P. wordt gezegd dat de regeling veel meer zou moeten worden toegespitst op groepen in achter standssituaties. De gedachte op zichzelf kan ik wel onderschrijven, maar zij strookt niet met de rijksbijdrageregeling, terwijl dat toch de rege ling is die moet worden uitgevoerd. Het gaat er niet zozeer om dat de wethouder een initiatief moet nemen, want er is gewoon een rijksbijdragere geling die moet worden uitgevoerd. Tenslotte wil ik nog een opmerking maken over het amendement. Onze fractie heeft daarmee een aantal problemen. Het lijkt erop alsof men, hoewel men de criteria onderstreept, dit jaar toch ieder een maar zijn zin wil geven, wat naar de mening van de Partij van de Arbeid geen goede zaak is. Criteria zijn er om heel duidelijk te worden gehan teerd; zij moeten een zekere garantie bieden. Voorts hebben wij problemen met het amendement in verband met de voorgestelde financiering. Men wil daarvoor geld aanwenden waarvan de vrouwen nu juist hebben gezegd dat zij dat willen reserveren voor specifieke activiteiten. Het geld had in wezen al op kunnen zijn en we hadden dan voor grotere finan ciële problemen gestaan. In feite wil men nu een beslissing nemen zonder dat de boeg is gehoord. In wezen wordt de eigen reservering van de vrouwen voor de helft weggepakt, wat wij een bedenkelijke ontwikkeling vinden. De grote lijn van het voorstel spreekt ons aan en in dat verband maakt het amendement niet meer dan een detail uit, al kan het wel van belang zijn voor de discussie van het volgend jaar. Wij staan achter het collegevoorstel, maar wijzen het amendement af.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 320