329 17 FEBRUARI 1981 vergadering van de commissie ruimtelijke ordening waarin deze aangelegenheid aan de orde kwam heeft de wethouder vertegenwoordigers van de B.N.A. uit genodigd daarbij aanwezig te zijn. Dat punt werd toen echter van de agenda afgevoerd, waaraan nie mand iets kon doen. De mensen van de B.N.A. zijn naar huis gegaan en hebben nooit gehoord wanneer het punt wél aan de orde zou komen. Ik begrijp dat een en ander het gevolg is van een misverstand, maar daardoor heeft de B.N.A. de opmerkingen van de commissie niet kunnen vernemen, terwijl men er tevens niet van op de hoogte was dat dit punt in deze vergadering aan de orde zou komen. Men kwam daar pas heel laat achter, getuige het telegram. Mijns inziens vereist behoorlijk bestuur dat wij ons aan de inhoud van het telegram conformeren. Iedereen kan de brieven lezen en het is dan ook heel duidelijk dat op het verzoek om overleg niet is gereageerd. Ik vind dat dat overleg eerst nog moet worden gevoerd. De heer EISSENS: Ik heb begrepen dat in be paalde kringen de kwestie rond de leeftijd van 70 jaar in het verkeerde keelgat is geschoten. De wethouder zal er zijn redenen voor hebben gehad een leeftijdsgrens in de verordening op te nemen, maar ik zal graag nog eens horen waarom hij daarr bij zozeer aan die 70 jaar hecht. Wethouder VAN DUN: Ik vermoed dat mevrouw Saelman niet erg goed is geïnformeerd. Vermoede lijk doelde zij op de brief van 19 januari 1981, bij mijn weten geschreven ik durf het bijna niet te zeggen, want ik heb het gevoel dat ik op elk moment administratief in de fout kan gaan door de Kring B.N.A. Die brief is beantwoord op 12 februari 1981 en vermoedelijk des morgens op het adres Ginnekenweg 303 binnengekomen. Des mid dags is deze brief weer aan mij geëndosseerd en mij door een bode van het stadhuis ter hand gesteld met een bijgevoegde brief van de heer Froger, die

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 329