17 FEBRUARI 1981
334
Mevrouw SAELMAN-BOELENIk constateer dat
niemand dat voorstel wil ondersteunen en dat alle
anderen één lijn trekken. Ik zal dan nu over de
inhoud van het voorstel spreken.
De VOORZITTER: De tweede termijn is nu aan de
orde. U hebt dus nog één keer de kans om te spre
ken.
Mevrouw SAELMAN-BOELEN: Nee, ik heb alleen
nog maar een ordevoorstel naar voren gebracht.
De VOORZITTER: Het spijt me, maar dan moet ik
nu de discussie over dit onderwerp sluiten; daar
is geen kruid tegen gewassen.
Mevrouw SAELMAN-BOELEN: Ik heb alleen gevraagd
of de behandeling van dit voorstel kon worden uit
gesteld. U kunt dan toch niet stellen dat ik nu
nog maar in één termijn mag spreken over de inhoud?
De VOORZITTER: Voor de laatste maal vraag ik
u, mevrouw Saelman, of u nog iets inhoudelijks wilt
zeggen.
Mevrouw SAELMAN-BOELEN: Dat wil ik zeker, al
zal dat niet prettig op u overkomen.
Ik ben het er niet mee eens dat de Kring West-
Brabant van de B.N.A. pas op 12 februari, de dag
waarop dit voorstel in de raad aan de orde zou ko
men, antwoord kreeg op zijn brief van 19 januari,
in welke brief wel degelijk nog om een gesprek werd
verzocht. Dat is het eerste waartegen ik protesteer.
Het college stelt in de toelichting op de
verordening dat de deskundigheid van de mensen op
de eerste plaats komt en dat het belangrijk is dat
iemand ervaring heeft, maar toch zegt het op een
gegeven moment ook dat als leeftijdsgrens 70 jaar
moet worden aangehouden. U behoeft een dergelijke
grens helemaal niet te stellen; u kunt zich daarvan
distantiëren. De B.N.A. heeft er het college in een