337
17 FEBRUARI 1981
halfjaar bekend zijn, zullen vervolgens worden op
gepakt. Aan de hand daarvan zullen wij met een
verder gedetailleerd voorstel naar de raad gaan.
Dit heeft het college ertoe gebracht te zeggen dat
niet binnen een maand een gedetailleerder en ver
der uitgewerkt voorstel over het functioneren van
het stadsgewest met conclusies daaraan verbonden
moet worden uitgebracht, maar dat in september met
een voorstel naar de moet worden gegaan, wanneer
wij ook de reacties van het stadsgewest op dit
eerste globale verhaal hebben gezien.
Dit is het wat ik vooraf wilde aangeven. Ik
meen dat dit grotendeels in de lijn ligt van het
geen in de commissie algemene zaken is gevraagd.
Hetgeen wij nu voorstellen komt ons echter qua
tijd wat gunstiger uit.
De heer TAKS: Het is een goede gedachte van
het college geweest om bij de beoordeling van de
stadsgewestelijke begrotingen voor 1981 niet zoals
gebruikelijk te volstaan met een aantal financieel-
technische kanttekeningen, maar deze gelegenheid
aan te grijpen om een begin te maken met een on
derzoek naar de vraag hoe het functioneren van het
stadsgewest door Breda wordt ervaren. Daartoe
wordt in het preadvies een globale schets gegeven
van de verschillende onderdelen van het stadsge
westelijk takenpakket. Voor een aantal onderdelen
van dat takenpakket wordt een eerste beoordeling
gegeven die over het algemeen in nogal voorzichti
ge bewoordingen is gesteld. Duidelijk blijkt in
elk geval dat Breda allesbehalve tevreden is over
de activiteiten in de sector ruimtelijke ordening.
Minder duidelijk komt naar voren wat Breda in dat
opzicht van het stadsgewest eigenlijk verwacht. Er
is sprake van een zekere tweeslachtigheid in de
beoordeling. Enerzijds wordt vastgesteld dat de
plannende en ordenende activiteiten niet goed uit
de verf komen wegens een tekort aan bevoegdheden
bij het stadsgewest en anderzijds wordt gesigna
leerd dat het stadsgewest op dit gebied meer doet