17 FEBRUARI 1981
342
functioneren ten opzichte van de gemeenten.
Wij zijn tevreden met datgene wat de heer
Welschen heeft meegedeeld. Ik meen dat in de com
missie ook geen datum is genoemd waarop b. en w.
de commissie en de raad zullen informeren over het
geen Breda met betrekking tot het stadsgewest
denkt en wat het daarvan verwacht. De wethouder
heeft meegedeeld dat de raad in september een
voorstel hierover kan verwachten en door een vori
ge spreker is de opmerking gemaakt dat wij blij
mogen zijn als een dergelijk voorstel ons nog voor
het eind van dit jaar bereikt. Het lijkt mij ech
ter goed.dat de tijdsplanning waarvan de wethouder
uitgaat wordt aangehouden, opdat wij als raad tij
dig kunnen spreken over onze gedachten omtrent het
stadsgewest en het functioneren daarvan en niet
opnieuw in tijdnood komen. Wij zullen het stadsge
west tijdig onze gedachten kenbaar moeten maken.
Het zal duidelijk zijn dat wij de kritische
kanttekeningen die u hebt geplaatst bij de begro
ting kunnen volgen en dat tevens naar onze mening
heel duidelijk zal moeten worden bekeken of het
stadsgewest functioneert zoals wij dat van het
stadsgewest mogen verwachten.
Wethouder WELSCHEN: Ik meen dat de hele situ
atie rond het stadsgewest in hevige mate problema
tisch is geworden, doordat het rijksbeleid ten aan
zien van de reorganisatie van het binnenlands be
stuur erg onduidelijk is geweest en de afgelopen
tijd nogal wat verschillende perspectieven aan
stadsgewesten heeft gegeven. Het probleem is daar
bij heel duidelijk geweest dat het stadsgewest aan
vankelijk dat staat ook in de preambule die wij
jaren hebben vastgehouden heeft gekoerst in de
richting van een mini-provincie, een provincie
Vfest-BrabantDit betekende dat er ten aanzien van
de opbouw van het takenpakket, de opbouw van net
ambtelijk apparaat en de manier waarop een derge
lijk samenwerkingsverband wordt benaderd een rede
lijk snelle voortgang mocht worden gemaakt. Op een