17 FEBRUARI 1981 344 zij hoeft dat niet, hetgeen eveneens geldt voor de afzonderlijke gemeenten. Dit leidt tot de pro blematiek dat je ondanks alle goede wil van de we reld de beleidslijnen welke door een meerderheid op tafel zijn gelegd niet kunt uitvoeren. Ik meen dat dit één van de meest essentiële punten is waar wij tegenaan zijn gelopen. Je zou daaraan de con clusie kunnen verbinden dat het stadsgewest moet worden afgebouwd. Ik heb die geluiden vernomen en zij hebben het ook in de pers goed gedaan. Mis schien is het aardig op een gegeven moment deze meest radicale oplossing op tafel te leggen, maar in de eerste plaats is het bij gemeenschappelijke regelingen niet gemakkelijk om daartoe over te gaan, in de tweede plaats levert het erg grote kosten op zonder dat daar voordelen tegenover staan en in de derde plaats dat is het belang rijkste -r wordt dan het kader waarbinnen een in tergemeentelijk samenwerkingsverband, maar dan van een andere orde en met andere taken, heel goed mo gelijk is tevens afgebouwd. Mijns inziens wordt dan met het badwater het kind weggegooid. De voor delen die er toch echt wel zijn worden dan mede afgebroken en het zal dan naar mijn mening erg moeilijk zijn opnieuw een samenwerkingsverband op te bouwen. Het lijkt mij veel beter te bekijken hoe het kader kan worden omgebouwd tot een echt effectief mechanisme voor een aantal taken die wij met een aantal gemeenten samen willen uitvoeren. Je komt dan tot de essentiële vraag welk type taken, gezien de bevoegdheden, op dit moment kan worden uitgeoefend. Mijns inziens moet heel simpel weg worden gezegd dat met name de doe-taken, aller lei heel concrete zaken waarover wij het met ons allen eens zijn, heel goed en efficiënt door het samenwerkingsverband kunnen worden uitgevoerd. Als van een dergelijke serie takën wordt uitgegaan kan dat meewerken tot verhoging van het voorzieningen niveau bij de deelnemende gemeenten, hetgeen op zichzelf een goede zaak zou zijn. Mijns inziens is dit ook de essentie van het verhaal dat wij naar

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 344