345 17 FEBRUARI 1981 voren hebben gebracht. Wij kunnen constateren dat de problemen vooral liggen bij de ordeningstaken de coördinatietaken en de planningstaak, terwijl de zaken die beter lopen altijd in de sfeer lig gen van de concrete dingen waarover wij het met elkaar eens zijn. Het gaat daarbij om taken die beperkter zijn voor wat betreft de pretenties, maar die in een gebied als dat van het stadsgewest Breda wel goed moeten worden uitgevoerd, hetgeen via zo'n gemeenschappelijke regeling ook mogelijk is. Met betrekking tot de doe-taken zijn er ech ter ook nog de nodige problemen. Het kan best zijn dat een heel kritische doorlichting van het stads gewest zelfs op dat punt vraagtekens doet opkomen. Ik behoef nu niet het hele verhaal rond de brand weer op tafel te leggen, maar het is bekend dat ten aanzien van die doe-taak wel essentiële pro blemen zijn ontstaan. Dit soort zaken willen wij uitvoerig en op eigen initiatief bekijken, maar wij zijn er toch ook wel benieuwd naar hoe het stadsgewest zelf en de andere deelnemende gemeen ten daarover denken, omdat die toch nog altijd met ons samen proberen het samenwerkingsverband in stand te houden en efficiënt te laten functioneren. Om die reden willen wij ook een tussenfase inlas sen. De heer Taks heeft gezegd dat naar de mening van de V.V.D. nu al moet worden vastgesteld dat er een pas op de plaats moet worden gemaakt, maar dat nog niet met het stadsgewest moet worden gestopt. Het college wil nog geen definitief oordeel uit spreken. Het kan best zijn dat verder moet worden gegaan dan het maken van een pas op de plaats en ik geloof ook niet dat wij daarover nu al een standpunt moeten innemen. Wel moeten wij ons voor nemen in de loop van dit jaar de discussie af te ronden. De vrees van de heer Taks dat het stadsgewest het verhaal niet goed genoeg zal begrijpen en dat het te weinig concreet zou zijn is zeker ongegrond,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 345