17 FEBRUARI 1981 346 omdat de heer Van Banning, de heer Merkx en ik er in het d.b. van het stadsgewest als de kippen bij zullen zijn om verduidelijking te geven indien zich op dat punt problemen voordoen. Met ons drie- en zijn wij daartoe toch zeker wel in staat. De heer TAKS: Daaraan zullen wij u houden. Wethouder WELSCHEN: Dat mag u. Hoewel een en ander niet in openbaarheid geschiedt zult u via omwegen toch wel te weten kunnen komen wat er ge beurt. De heer Taks heeft verder opgemerkt dat het voorstel waarmee wij voornemens zijn te komen óók pas aan het eind van het jaar aan de raad mag wor den voorgelegd. Dat is altijd gemakkelijk, maar ik hoop toch dat wij er in september mee naar de raad kunnen gaan, hetgeen mijns inziens ook in de rich ting van het stadsgewest het beste is. De heer Oomen heeft gezegd dat de nota die wij zullen uitbrengen alle plussen en minnen moet bevatten en ik kan hem toezeggen dat dat zfeker het geval zal zijn. Het uit de gemeenschappelijke re geling stappen is niet erg aantrekkelijk in zijn algemeenheid, aangezien de gemeente die heeft deelgenomen mede-verantwoordelijk is voor de be sluitvorming tot dat moment en de daaruit voort vloeiende kosten. Dat betekent dus dat je bij uit treden weinig te vertellen hebt, maar toch mee moet blijven betalen, hetgeen toch niet de bedoe ling van de heer Oomen zal zijn. Mijns inziens moet worden gekomen tot omvorming tot een efficiënt apparaat De heer Garritsen betreurt het dat pas in september een voorstel zal worden uitgebracht. Ik zeg hem nogmaals dat het niet verstandig zou zijn het voorstel eerder uit te brengen. Vervolgens heeft de heer Garritsen nog wat opmerkingen gemaakt over het overdragen van taken aan de provincie. Hij zal met ons toch wel van me ning zijn dat zo veel mogelijk taken op het laagste

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 346