12 MAART 1981
367
hoogte te worden gehouden -- de heer Kammeraat
heeft daarnaar ook al gevraagd door middel van
een evaluatierapport van de KEMA. Wij zullen graag
zien dat opnieuw een onderzoek wordt gepleegd door
bijvoorbeeld het Centrum voor energiebesparing,
gezien de relatie tussen de KEMA en de PNEM.
Het is voor ons nog niet duidelijk of in eco
nomische zin de stadsverwarming nu en in de toe
komst beter zal kunnen concurreren met een eigen
unit.
De heer GARRITSEN: Ik vind het op zichzelf
een goede zaak dat de ontwikkeling met betrekking
tot zo'n groot project als de stadsverwarming in
de Haagse Beemden eens op een rijtje wordt gezet
en dat dat ook regelmatig gebeurt. Tegen de wijze
waarop dat gebeurt heb ik echter wat bezwaren. In
dertijd heeft de raad voor dit project gekozen, al
wenste een aantal partijen in deze raad dat wat
meer studie zou worden gemaakt omtrent andere mo
gelijkheden. Nu wordt in dit stuk ook gesproken
over mogelijkheden van uitbreiding. Als wij echter
andere mogelijkheden een kans willen geven de
heer Dreef heeft daarop ook al gewezen zullen
wij op korte termijn ook daartoe initiatieven moe
ten nemen. Eigenlijk wordt uitbreiding van het
leidingennet naar verschillende andere wijken nu
al op de rol gezet, maar mijns inziens zal daar
naar heel kritisch moeten worden gekeken. Het zou
bijvoorbeeld goed zijn het Centrum voor energiebe
sparing in te schakelen, dat mogelijkheden ziet
voor andere wijzen van stadsverwarming. Toen voor
dit stadsverwarmingsproject werd gekozen, kreeg het
Centrum voor energiebesparing nauwelijks een maand
de tijd om de hele zaak door te berekenen en met
alternatieve plannen te komen, die dan ook nog
moesten passen in het KEMA-opzet. Datgene wat nu
voor ons ligt is heel duidelijk opgezet volgens de
optiek van de KEMA, vanuit de S.E.P. Als wij het
zuiver willen houden wij kennen allemaal de dis
cussies in Oosterhout en de belangentegenstellingen