12 MAART 1981
371
8. bijlage nr. 88
MEDEDELING VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS INZA
KE VERHOGING VAN DE ELEKTRICIT'EITSTARIEVEN PER
1 JANUARI 1981. (B)
De heer GARRITSEN: Op zichzelf gaat het niet
om zo'n geweldige verhoging, maar in het kader van
de prijsmaatregelen van de rijksoverheid ben ik
van mening dat een verhoging achterwege moet blij
ven.
De heer DREEF: Er is vergeten op te nemen:
"exclusief brandstoftoeslag". Wij hadden afgespro
ken dat dat zou worden vermeld en ik had dat er
dus graag bij gezien.
Wethouder BROOIMANS: Bij de elfektriciteitsta-
rieven onderscheiden we het vastrecht, u wel be
kend, en een basistarief. De verhoging met 2,25%
betreft het basistarief. Deze verhoging heeft al
de instemming gekregen van de minister van Econo
mische Zaken. Daarnaast kennen we de zogenaamde
brandstofclausuleIn dezen betreft het de vergoe
ding voor het stoken van brandstoffen door de cen
trale. De werkelijke brandstofprijsverhoging mag
zonder meer worden doorberekend in de tarieven.
Voor wat betreft het voorstel inzake de verhoging
van de elektriciteitstarieven voor kleinverbrui
kers, kan ik u meedelen dat in de voorschotbereke
ning al een vergoeding voor de stijging van de
brandstofprijs is verdisconteerd. Bij de eindafre
kening wordt bekeken welke de gemiddelde brandstof
prijsstijging is. Alsdan vindt verrekening plaats
Ten aanzien van de grootverbruikers zal sprake
zijn van maandelijkse verrekening; maandelijks
wordt door de PNEM de prijsstijging van de brand
stoffen doorgegeven. Een en ander is in overeen
stemming met de geldende verordening.
Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna
overeenkomstig het voorstel van burgemeester