386 12 MAART 1981 omdraaien en dat wij het college en al degenen die hieraan hebben gewerkt een complimentje moeten ma ken voor de voortvarendheid en de snelheid waarmee de bezwaren tóch zeer zorgvuldig zijn behandeld. In de stukken zijn alle bezwaren van een goed com mentaar voorzien. Nogmaals wil ik zeggen dat ik het een compliment waard vind dat ditmaal eens vlug tot een oplossing is gekomen. De bezwaren be treffen de privacy, een open rioleringssysteem en het behoud van de natuur. U zult begrijpen dat ook wij pleiten voor behoud van de natuur en dat er naar ons oordeel geen boom méér mag worden gekapt dan dringend nodig is. Sommige bezwaren betreffen de wegbreedte en de afstanden tussen de bebouwing. In vele gevallen wordt aan de bezwaren tegemoet gekomen. Ik was aanvankelijk van plan het heel lang te maken, maar gezien de duidelijkheid die u met betrekking tot de bezwaren ten toon spreidt en het feit dat het gaat om slechts één woning meer of minder meen ik het hierbij te kunnen laten. Als C.D.A.-fractie zijn wij blij met de zorgvuldigheid en de snelheid waarmee deze kwestie is geregeld. De heer TEN WOLDE: Ik wil nog een korte op merking maken die mij door mevrouw Muntjewerff is ontlokt. In mijn algemene beschouwing in december heb ik als discussiepunt de incidentenpolitiek naar voren gebracht. Ik meen dat hetgeen mevrouw Muntjewerff heeft gezegd een typisch voorbeeld is van het feit dat de Partij van de Arbeid inciden tenpolitiek voert. De ene keer wil zij dit en de andere keer wil zij weer iets anders. Ik heb zo juist een blik geworpen in het partijblaadje van de Partij van de Arbeid, ''de Klaproos", waarin ik tot mijn grote verbazing lees dat volgens de visie van de Partij van de Arbeid moet worden voldaan aan een aantal randvoorwaarden bij de stedebouw- kundige invulling van open plekken en dat niet klakkeloos de hele stad moet worden volgebouwd. Met name dat aspect speelt in dezen een grote rol. De stedebouwkundige dienst van de gemeente heeft

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 386