404 12 MAART 1981 andere belichting van de zaken, een kritisch te genwicht, mogelijk moeten zijn. Bredere informa tieverstrekking kan alleen maar bevorderen dat de burgers in West-Brabant nog meer gaan deelnemen aan het bestuur en zich hier nog meer gaan thuis- voelen Bij de echte start van het gebeuren, nadat het onderzoek is gepleegd, wensen wij evenals de heer Gielen te worden betrokken. Wij willen weten wanneer die echte start plaatsvindt en welke be moeienis de gemeente daarbij heeft. Moeten wij be stuursleden leveren, moeten wij financiële bijdra gen leveren en zullen wij nog enige inspraak krij gen ten aanzien van de wijze waarop zal worden ge werkt? Wij stellen deze vragen mede met het oog op de huidige samenstelling van het bestuur. Wij be grijpen dat een en ander op idealistische gronden is opgezet. Graag zullen wij horen hoe het bestuur zal zijn samengesteld als de werkelijke start gaat plaatsvinden. Verschillende leden van het voorlo pige initiatief-bestuur hebben bindingen met be paalde organen en het is voor ons de vraag of zij de kritische onafhankelijkheid van de omroep West- Brabant wel kunnen waarborgen. U zult begrijpen dat wij in dit verband denken aan reeds functione rende regionale en stedelijke omroepen, ten aan zien waarvan op dat punt wel eens vraagtekens kun nen worden geplaatst. Als te zijner tijd wordt ge start is het onzes inziens zeer zinnig dat wij met name die aspecten zeer goed bewaken. Verder wil ik nog opmerken dat vooral ook moet worden gezorgd voor een evenwichtige vertegenwoordiging van de Westbrabantse bevolking. In dit verband wijs ik erop dat op dit moment maar één vrouw in dat grote bestuur zit. Hetgeen de heer Gielen over de financiële kant en over de omroepbijdrage heeft gezegd kan ik ondersteunen. Wij vinden het verheugend dat het C.D.A. de mensen niet zwaarder wil belasten dan nodig is, wat overigens wel in tegenspraak is met het gestelde door zijn eigen C.D.A. ^-ministermaar

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 404