412
12 MAART 1981
22. bijlage nr. 102
VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT
ONGEGROND VERKLAREN VAN BEZWAARSCHRIFTEN, IN
GEKOMEN VAN DE HEREN VAN DER WIELEN, VAN
SCHENDEL EN VESTER, TEGEN HET DOOR DE RAAD DD.
4-12-1980 GENOMEN VOORBEREIDINGSBESLUIT INZAKE
DRIE GEBIEDEN IN DE HAAGSE BEEMDEN. (D)
De heer TEN WOLDE: Ik heb zelf dit punt niet
in de commissie ruimtelijke ordening kunnen behan
delen, en daarom wil ik er nu nog een korte opmer
king over maken. Inhoudelijk gezien meen ik te
moeten stellen dat de voorlichting en de presenta
tie omtrent deze plannen zoals die indertijd heb
ben plaatsgevonden hebben mijns inziens aanleiding
kunnen geven tot de verwarring die is ontstaan.
Voor wat betreft de toekomstige bedoelingen stelt
u in het voorstel dat het bestemmingsplan zal wor
den ingevuld conform hetgeen in het ontwerp-be-
stemmingsplan is vastgelegd. Ik kan u zeggen dat
die bedoelingen door ons volledig worden onder
schreven, hetgeen evenwel niet wegneemt dat de
wrevel bij de reclamanten omtrent de onduidelijke
voorlichting enigszins terecht is. Naar onze me
ning moeten echter met het oog op de volkshuisves
ting in de Haagse Beemden in de toekomst de bedoe
lingen ingevolge het bestemmingsplan prevaleren
boven de bezwaren als gevolg van de wat ongelukki
ge presentatie in het kader van de voorlichting.
De heer GARRITSEN: Ik wil maar één punt aan
snijden, namelijk de artikel 19-procedure. Ik heb
begrepen dat daarover een notitie zal worden uit
gebracht, die u de commissie al had moeten voorleg
gen. Al enkele raadsvergaderingen geleden heb u
meegedeeld dat zij op uw bureau lag, maar wij heb
ben haar nog steeds niet gezien. Zij die menen dat
zij worden getroffen dienen zo veel als mogelijk
is te worden geïnformeerd. In dit geval had mijns
inziens best kunnen worden meegedeeld wat de ge
meente daar concreet van plan is. Daaraan heeft