12 MAART 1981 421 hebben genomen. Misschien hebben ook de discussie in de raad en de weergave daarvan in de pers mede aanleiding gegeven tot de verkeerde inschatting van het voorbereidingsbesluit. De Partij van de Arbeid nam bij het nemen van het voorbereidingsbe sluit het standpunt in dat de keuze tussen werkge legenheid en een veilig en schoon woonmilieu nog niet aan de orde was. Een voorbereidingsbesluit laat alle mogelijkheden voor eventuele vestiging van een nieuwe fabriek voor Wagemakers open. Het zorgt er alleen voor dat Wagemakers zijn plannen in overleg met de gemeente moet ontwikkelen. Die plannen moeten passen in een door de gemeente te ontwikkelen bestemmingsplan. Mijns inziens gaat het hierbij om het zeker stellen van de positie van de gemeente, dus eigenlijk om de rechtszeker heid van de gemeenschap ten opzichte van een par ticulier bedrijf. Ik vind dat de heer Ten Wolde daar wat te gemakkelijk overheen stapt vanuit zijn liberale uitgangspunt. Hij heeft gezegd dat de rechtszekerheid voor het bedrijf van grote beteke nis is, maar ik wijs hem erop dat wij als overheid de instantie zijn die het algemeen belang van de gemeenschap moet behartigen. De rechtszekerheid voor ons is in mijn optiek dan ook van nog groter belang. De heer TEN WOLDE: Daarbij moet dan wel wor den uitgegaan van de hoofdoorzaak, die het college in zijn argumentatie ook altijd centraal heeft ge steld. Ik doel dan op het feit dat de milieu-ef fecten welke voortvloeien uit de voormalige be drijfsactiviteiten niet acceptabel waren. In onze vraagstelling op 9 december hebben wij erop geduid dat de rechtszekerheid van de burgers ten opzichte van de mogelijke nadelige aspecten van Wagemakers primair via de milieuwetgeving moet worden gere geld en niet via oneigenlijk gebruik van het voor bereidingsbesluit, dat per definitie volgens de wet op de Ruimtelijke Ordening een conserverende werking heeft ten aanzien van de bestaande situatie.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 421