12 MAART 1981 425 ontwikkelingen zal een bedrijf gewoon in zijn ex ploitatie moeten meenemen. Als Herberts de firma Wagemakers overneemt zal hij moeten weten wat hij overneemt en hoe de zaak erbij staat; men zal de milieuwetgeving moeten naleven, waarmee men bij de calculatie rekening zal moeten houden. Naar mijn mening is dat onvoldoende gebeurd. Nu wordt de ge meente aangevallen vanwege het feit dat zij maat regelen neemt die mijns inziens toch wel noodzake lijk zijn. De VOORZITTER: Ik dank in de eerste plaats de heren Garritsen, Van de Steenoven en Goos voor hun fervente verdediging van het collegestandpunt, waardoor het voor mij gemakkelijk wordt de beant woording sober te houden In hoofdzaak wil ik mij richten tot de heer Ten Wolde en zijn wat merkwaardig amendement, dat mijns inziens een verwerping van het voorstel in houdt; ik zal overigens vanavond niet voortdurend met het reglement van orde zwaaien. Ik weet nu niet precies hoe ik dat amendement moet zien, maar dat zullen we aanstaande dinsdag wel bekijken. De heer Ten Wolde heeft vier overwegingen naar voren ge bracht, waaraan hij als consequentie het indienen van zijn amendement heeft verbonden. Ik meen dat hij het collegebesluit van nu en dat van indertijd verkeerd inschaten ik heb de indruk dat hij ook niet op de hoogte is van de correspondentie die wij hebben gevoerd met Herberts, in welke corre spondentie hij zowel een bevestiging van een be spreking kan aantreffen als een antwoord daarop van Herberts. In de derde plaats heeft de heer Ten Wolde de naar mijn mening wat merkwaardige redene ring gevolgd dat de gemeente nog steeds een visie aanhangt waarbij per se wordt gestreefd naar ver plaatsing van het bedrijf. Ik wil daaraan enkele woorden wijden. Aan de ene kant speelt het behoud van een stuk werkgelegenheid en aan de andere kant de zorg voor een gezonde woonomgeving, niet alleen omdat in het verleden vanuit die buurt actie is

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 425