426 12 MAART 1981 gevoerd, maar ook omdat wij op grond van eigen waarneming hebben kunnen constateren dat de situa tie daar niet zo'n beste is. Ik wil u niet onthou den dat vroeger meer dan nu een stuk geschiedenis van de handel en wandel van Wagemakers meespeelde. Op een gegeven moment hebben wij u een voorberei- dingsbesluit voorgelegd, waarbij wij u hebben voor gehouden dat die maatregel het enig juiste houvast bood in geval van een mogelijke ontwikkeling daar ter plaatse die door de gemeente niet geheel ge wenst zou worden geacht. Nu kan ik mij voorstellen dat men zich afvraagt de interventie van de heer Ten Wolde in december was daarop eveneens ge richt of dit wel het juiste middel is en of wij in dezen niet met name de Hinderwet als middel dienen te gebruiken, maar ik wil die vraag nu toch even buiten de discussie houden. Naar mijn mening was het nemen van een voorbereidingsbesluit het enig juiste middel. Op een gegeven moment hebben wij signalen gekregen die aangaven dat de bedoeling van het voorbereidingsbesluit met name door Her berts verkeerd werd verstaan. In gesprekken met de directie van Herberts heb ik vernomen dat men uit ging van de gedachte dat het genomen voorberei dingsbesluit Herberts ontsloeg van alle verplich tingen om verder door te gaan denken. Dat is ech ter zeker niet de bedoeling van het voorbereidings besluit; het nemen van een voorbereidingsbesluit beoogt niet het denken over toekomstige ontwikke lingen totaal te blokkeren. Herberts/Wagemakers zat op dat moment in de problemen en vroeg zich af hoe men de hoofddirectie ertoe zou kunnen brengen investeringen te plegen met het oog op een toekom stige wat vage ontwikkeling. Samen met mijn colle ga's Brooimans en Sandberg heb ik daarom het ini tiatief genomen om de hele kwestie met elkaar door te praten, wat men ook kan terugvinden in de brief. Wij hebben in de richting van Herberts gezegd dat de handhaving van een stuk werkgelegenheid voor ons voorop staat. Vervolgens hebben wij gesteld dat wijmet inachtneming van een gezonde

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 426