447 17 MAART 1981 de gemeente de anderen hard liet werken, maar zelf de tijd heeft genomen. Ik kan mij de brand van de GTS bijna lijfelijk herinneren. Naar aanleiding van die brand hebben wij als college het initia tief genomen om nu eens verdomd snel zaken te doen. Het GTS-terrein had een voorgeschiedenis. Ener zijds speelde daarbij het handhaven van de gevel, waarvan wij door de brand, gelukkig of helaas, af waren, en anderzijds werd gedacht aan vestiging van openbare werken, welke gedachte het college doelbewust, naar aanleiding van politieke signalen die ons bereikten, uit het hoofd heeft gezet. Het was duidelijk dat ten aanzien van het GTS-terrein iets moest gebeuren dat inschoot op het verlangen van de gemeenteraad van Breda en van de bewoners aldaar. Als wij spreken over invulling met een woonfunctie van het GTS-terrein, spreken wij met name over sociale woningbouw. Het zou niet moge lijk zijn de gemeente of een woningbouwvereniging te verleiden tot het voorbereiden van zelfs maar een beperkt plan voor woningbouw, als van de kant van de gemeenteraad niet de zekerheid bestond dat men die trein op gang wilde brengen. In verband daarmee moesten wij primair een structuurplan wij zigen, een structuurplan dat door de raad was vast gesteld en waarin was aangegeven dat dat terrein voor kantoren bestemd was. Ik geloof niet dat de heer Garritsen kan hebben bedoeld te zeggen dat wij met het besluit daartoe te laat zijn gekomen. Op hetzelfde moment kwam het Chassé Comité met een zeer gewaardeerd plan tot woningbouwinvulling. De commissie heeft toen een bepaalde rol gespeeld, waarop de heer Van de Steenoven al heeft geduid. Ik meen echter die rol niet zozeer corrigerend te moeten noemen, maar wel is duidelijk dat de com missie een aantal politieke signalen heeft gegeven. De commissie kwam voor de moeilijkheid te staan dat zij een structuurplanwijziging in competitie moest brengen met een bouwplan. Welke was op dat moment de opzet van de gemeente Breda? Ik meen dat ik in mijn verdere betoog beter kan praten over

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 447