44 12 JANUARI 1981 dat kan natuurlijk niet. Nu staat er "zo mogelijk ten minste", waarbij de strekking dezelfde is ge bleven. Wij zouden graag zien dat er öf "zo moge lijk" öf "uiterlijk" stond, want deze dingen hef fen elkaar eigenlijk op. Naar aanleiding van artikel 77, lid 5, en artikel 78, lid 3, willen wij een motie indienen met het voorstel de hierin geformuleerde regeling in te trekken. Wij achten het ongewenst dat één fractielid zich min of meer zou moeten binden. Ik weet wel dat dat letterlijk en formeel niet zo is, maar in de praktijk gebeurt het dat de wethouder zich toch door een positief advies gesterkt voelt en dat raadsleden de egards willen opbrengen daar op niet terug te komen. Op die manier hebben naar onze mening de beraadslagingen in de commissie al leen maar voor dat ene fractielid gegolden en niet voor de overige fractieleden, terwijl de informa tie van ambtenaren die in de commissie wordt ver strekt, en de inbreng van andere commissieleden toch wel dermate belangrijk zijn, dat zij hun in vloed op ieder raadslid zouden moeten kunnen heb ben. In artikel 82, lid 2, vinden we een bepaling met betrekking tot de notulen van commissieverga deringen waartegen ik steeds bezwaar heb gemaakt. Ik vind dat notulen die niet zijn goedgekeurd, niet aan de raadsleden mogen worden toegezonden en niet aan de bevolking mogen worden voorgelegd. Ik stel derhalve bij amendement voor het mogelijk te maken dat de notulist ter vergadering voorleest welke besluiten zijn genomen en dat dit door de commissieleden wordt goedgekeurd. Het goedgekeurde besluitenlijstje kan dan frank en vrij zijn gang gaan, terwijl het verslag van de beraadslaging wordt opgesteld zoals dat nu het geval is. De heer Van Duijl heeft voorgesteld twee jaar met het onderhavige reglement te werken en vervol gens te evalueren. Wij vinden twee jaar nogal lang, maar de heer Van Duijl zit zo lang in de raad, dat we ons kunnen voorstellen dat de heer Van Duijl

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 44