17 MAART 1981 450 300.000,en van 3 miljoen. Dit betekent niet dat wij ook maar enige bedenking hebben tegen het Chassé-plan, zowel uit stedebouwkundig oogpunt als voor wat betreft de andere facetten. U weet dat op mijn verzoek ik geef op dat punt de heer Van de Steenoven gelijk door de dienst openbare werken een rapport is gemaakt, waarbij verschillende plan nen met elkaar zijn vergeleken op basis van stede- bouwkundige uitgangspunten. Herhaaldelijk heb ik in openbaarheid gezegd -- in Nederland kom je daar mee echter niet zo ver -- dat ik de grootst moge lijke waardering heb voor de mensen uit de Chassé- buurt en dat ik ook waardering heb voor de kwali teit van het plan; dat staat voorop. Eén kant van de medaille is evenwel dat het plan van de gemeen te minder kost, in het kader van welk plan voorts de Amrobank kan worden geholpen en er een koppeling is met de Oude Vest. Intern hebben wij over deze zaken ellenlang gepraat en niet alle discussies vonden binnen het college plaats. Er is ook gespro ken met de stuur- en werkgroepen van de binnenstad. Ik heb geprobeerd politieke signalen, wenselijkhe den voor Breda, ordentelijk grondbeheer en finan ciële uitkomsten steeds met elkaar in competitie te brengen. Ik kan er niet omheen te zeggen -- misschien zal ik de blijdschap van de Partij van de Arbeid hiermee wat meer draineren dat voor een aantal mensen, zeker voor deze wethouder, het gebeuren, zoals het zo vaak heet, aan de overkant van het Van Coothplein een rol heeft gespeeld. Als niet datgene was gebeurd wat nu aan de overkant van het Van Coothplein is gebeurd ik vind dat ik ten aanzien hiervan ook geen blad voor de mond behoef te nemen zou ik in arren moede, na veel beraad en misschien met pijn in het hart het col lege hebben geadviseerd te kiezen voor het gemeen telijk plan voor het onderhavige terrein. Aan de overkant bevindt zich een aantal huizen van de ge meente. Ik meen dat de renovatie als zodanig en elke motie daarover thans buiten de orde is, al speelde die zaak bij de beoordeling wel mee. De

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 450