17 MAART 1981 458 naar mijn mening enigszins te gebaseerd op drijf zand. Door het betoog van de wethouder wordt die indruk eigenlijk alleen nog maar versterkt. Toen werd gesproken over vestiging van de Amrobank op het GTS-terrein kwam de wethouder pas tamelijk laat met de koppeling met de Oude Vest naar voren en ook nu heeft de wethouder pas tussen de laatste commissievergadering en deze raadsvergadering in een gesprek gevoerd met de Amro, die dan wel inte resse blijkt te hebben. Ik meen dat niet op basis van dit soort mededelingen besluiten moeten worden genomen -- overigens twijfel ik niet aan de juist heid van die mededelingen maar dat dergelijke zaken eerst keihard moeten worden gemaakt voor de commissie. Vervolgens wil ik opmerken dat de Amro bank ten aanzien van de Oude Vest ook best zelf initiatieven kan nemen, waarbij de gemeente dan uiteraard wel behulpzaam kan zijn. Als echter de Amrobank op dit moment constateert dat zij op die plaats geen filiaal kan vestigen, omdat daar niet aan de voorwaarden kan worden voldaan ik meen dat dat een goed besluit zou zijn zal de ge meente initiatieven moeten nemen in de zin van het ontwikkelen van een bestemmingsplan voor die plaats De wethouder heeft formeel terecht gesteld dat sloop van de woningen aan het Van Coothplein een zaak van het college betreft, maar ik verwacht toch wel dat hij die kwestie in de commissie aan de orde zal stellen, opdat het overleg met het Chassé Comité en met de commissie niet wordt ge frustreerd. In de commissie heeft het Chassé Comi té zelf al uitvoerig gesproken over dit punt, zo dat wij ons mijns inziens beslist niet mogen laten overvallen door een besluit van het college om tot sloop over te gaan. Ik verwacht dus dat de wethou der in dit verband andere stappen zal nemen. Wethouder VAN DUN: Ik wil eerst ingaan op het zwaarste punt, waarbij ik overigens niet te lang meer wil stilstaan. Aan de orde is momenteel een

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 458