17 MAART 1981 460 handelwijze kan verwijten, want er was toen nog geen besluit genomen. Zo lang er nog geen besluit is genomen dienen mijns inziens de beide financi ële uitkomsten te worden geëtaleerd. Mevrouw Sael- man is er toevallig door nijvere huisvlijt achter gekomen dat het verschil tussen negen ton en drie ton zes ton is, wat haar siert. Dat heeft echter geen moer en geen ene bal te maken met de zes ton die ik vanavond aan de orde stel; dat is een heel andere zaak. Zij mag dus niet stellen dat ik tóen al heb gepraat over 600.000,De zes ton waar over ik nu heb gepraat betreft de pooling van twee terreinen aan de beide zijden van het Van Cooth- plein. Iedereen die beweert dat die zes ton bij de begrotingsbehandeling al een rol speelde heeft het gewoon feitelijk en formeel onjuist, zie de dagte kening van de brieven van de directeur van openba re werken. Uiteraard lopen wij in dezen risico's, want wie kan zeggen dat de gecalculeerde grondtekorten of -opbrengsten zich zullen verhouden tot de vrij ruw ingeschatte bedragen voor wat betreft het slo pen, het omleggen van kabels en dergelijke? Ik wil vervolgens nog de volgende opmerking in de richting van de heren Van de Steenoven en Garritsen maken. Als ik de indruk wek dat ik een gratis bankrekening bij de Amrobank aangeboden heb gekregen, is die indruk bepaald onterecht. Ik ben van mening dat een bank in de binnenstad thuishoort en gelet op het feit dat die bank ook altijd in de binnenstad is gevestigd, meen ik dat je haar niet op basis van door de Partij van de Arbeid geïnter preteerde programma's van eisen elders kunt vesti gen. De Amrobank zoals zij zich vertoont in de binnenstad van Breda heeft een dubbele functie, namelijk óók een winkelfunctie, zoals dat tevens geldt voor de bibliotheek en andere detailzaken in Breda. Wij kunnen met het oog daarop niet uitmaken of de bank in de Lunetstraat of aan de Sluissingel kan worden gevestigd. In verband met de winkelfunc tie mag mijns inziens de Amrobank zich best

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 460