17 MAART 1981
464
In de bijlage "Geen nood, woningen 1schrijft
u dat de doorbraak om te komen tot de bouw van
grotere aantallen kleine en goedkope woningen voor
lage-inkomensgroepen op het bestuurlijke en finan
ciële vlak ligt. De bouwwereld zorgt dan wel voor
de rest, in casu het aanbod. Het blad Iglo van de
L.O.B.H., het Landelijk Overleg Belangengroepen
Huisvesting, geeft mijns inziens terecht aan dat
de doorbraak zit in het feit dat het grote geld
verdienen nu minder goed mogelijk is door de inge
zakte bouwmarkt. De bouwwereld, dezelfde die nog
geen twee jaar geleden stelde geen woningwetwonin
gen meer te kunnen bouwen als daaraan niet de bouw
van duurdere woningen was gekoppeld, heeft thans
de lagere-inkomensklassen ontdekt om daarop haar
activiteiten te richten. Op zichzelf is dat een
treurige zaak. Wij zijn er evenwel toe bereid fi
nanciële risico's in verband met bouwexperimenten
in de vrije sector te nemen.
Meer moeite hebben wij evenwel met de keuze
van het experiment als zodanig. Twijfels hebben
wij omtrent de kwaliteit, de warmte- en de geluids
isolatie, de levensduur, de minimale maten en het
bij elkaar staan op minimale kavels, welke twij
fels ook de StAR in zijn advies uitspreekt. In de
fractie hebben wij ons afgevraagd of er een soort
van veredelde bidonville zal verrijzen. Er vinden
momenteel vele experimenten plaats met goedkope en
snelle bouwmethodes. De kranten hebben de afgelo
pen tijd bol gestaan van experimenten met houtske
letten, plastic bollen en piramiden. De raad is
met dit plan overvallen en er is geen gelegenheid
geweest om verschillende experimenten tegen elkaar
af te wegen.
De StAR stelt mijns inziens ook terecht dat
voor het ontwikkelen van bouwmethodieken voor goed
kope woningen alle betrokkenen bij de woningbouw
moeten worden gemobiliseerd. Desondanks neigen wij
ertoe u het voordeel van de twijfel te gunnen voor
wat betreft dit voorstel en het experiment maar te
laten gebeuren. De vraag rijst echter wel wat er
