17 MAART 1981 474 kritische prijssetting te komen, waarbij het naar mijn mening zeker mogelijk zal zijn de zojuist ge noemde prijs te halen. Daarvoor is wél overheids steun nodig, maar ik meen dat wij daarop ook een beroep zullen moeten doen. Een ander punt, dat mijns inziens ook erg be langrijk is, betreft de technische aspecten van deze zaak. In de commissie zijn daarover verschil lende vragen gesteld. Recent is nog wat meer be kend geworden over het veelvuldig gebruik van spaanplaat in deze woningen, zodat het mijns in ziens juister is te spreken van "spaanplaatwonin gen" in plaats van "aluminiumwoningen"De hoe veelheid spaanplaat die in deze woningen wordt verwerkt is immens. Minister Ginjaar heeft de vo rige week in de Kamer meegedeeld dat hij een on derzoek zal doen naar de kankerverwekkende effec ten van spaanplaat, welk onderzoek over een half jaar moet zijn afgerond. Gelet daarop vraag ik mij wel af waarmee wij hier bezig zijn. Bovendien moet in Almere al spaanplaat worden verwijderd uit wo ningen die net zijn opgeleverd. In dit verband worden wel bepaalde normen opgevoerd, maar ook daarop bestaat de nodige kritiek. Die normen wor den trouwens ook gehaald via afdekking en afplak ken van de spaanplaat. De gassen zullen daardoor wel enigszins worden tegengehouden, maar ik be twijfel sterk of dit een deugdelijke oplossing zal zijn. Het aspect van de geluidsisolatie zal even eens een groot probleem blijven. Naar mijn mening moeten er technisch gezien bij deze woningen erg veel vraagtekens worden geplaatst en nogmaals vraag ik mij dan ook af hoe de gemeente tot dit initiatief kon komen. Kunnen er niet beter initia tieven worden genomen in de richting van vergro ting van het aantal woningwetwoningen? Er kan daarnaast ook best aandacht worden besteed aan het feit dat de vrije-sectormarkt is ingestort, maar met het met een dergelijke vaart presenteren van een dermate slecht onderbouwd plan zijn we naar mijn mening heel duidelijk op de verkeerde weg.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 474