17 MAART 1981 476 het college van burgemeester en wethouders en met hun instemming gepresenteerd op 12 september 1980. Dit plan is voor de eerste keer aan de orde ge weest op 16 december 1980, maar helaas was deze wethouder toen ziek. Veertien dagen later was het wederom aan de orde en hetgeen thans voorligt is een voorstel van het voltallige college van burge meester en wethouders. Ik zeg nadrukkelijk "vol tallig" en ik meen dat het tijd zal besparen als een aantal vragen van de heer Van Asseldonk over de procedure wordt beantwoord door de eigen wet houder van de V.V.D.die dus ook deel uitmaakt van het college; dat verkort soms lijnen, en ik meen dat ik de raad daarmee niet te allen tijde behoef bezig te houden. Aangezien wij vanavond praten over een stuk volkshuisvestingsproblematiek vind ik dat wij ons in hoge mate daartoe moeten beperken. Ik heb er wel begrip voor dat de presentatie van het plan zoals die indertijd plaatsvond bij sommigen van ons wat wrevel en misschien ook wat zure druiven heeft gekweekt; niets menselijks is ons vreemd. Ik wil echter een beroep op de raad doen om zich even geëngageerd op te stellen als in de voorgaande tien jaar van mijn wethouderlijke loopbaan, wan neer andere artikelen in de krant of waarin dan ook verschenen. Ik ga nu over naar het volkshuisvestingsvraag- stuk en ik meen dat wij dan bij de zaak zelf te recht komen. Tegen de achtergrond van een onge looflijk grote woningnood in Breda en uit de pan gierende huurprijzen, met name bij de sociale wo ningbouw, hebben wij in een vroegtijdig stadium elkaar de opdracht gegeven om te proberen iets te vindenmet een minimum aan blokkadesdat een mo gelijke bijdrage zou kunnen betekenen tot de be strijding van de woningnood. Heel duidelijk wil ik erop wijzen dat dat alleen maar mogelijk is als je iets extra's doet. Ik heb de indruk dat een aantal gemeenteraadsleden dat vandaag nog niet helemaal wil onderkennen. Met dat "extra's" bedoel ik te

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 476