17 MAART 1981 478 gereglementeerd en gesubsidieerd stelsel erg moei lijk zou kunnen zijn bij de rijksoverheid blokka des te nemen bij het komen tot een handzaam pro duct in de tijd die wij ons zelf hebben gesteld. Dit betekent dat wij moesten zeggen dat wij het zonder rijkssteun zouden doen. Duidelijk wil ik stellen dat vanaf de eerste publicatie op 12 sep tember 1980 met "zonder rijkssteun" is bedoeld dat het geen gesubsidieerde woningbouw moest worden, maar dat wél rekening zou worden gehouden met de huursubsidie. Ik meen dat dat ook mag als dat in het belang van de toekomstige bewoners is. Drie zaken zijn hierbij aan de orde. In de eerste plaats moesten de woningen zijn bedoeld voor een bepaalde inkomenscategorie, in verband waarmee de woonlasten per maand niet hoger zouden mogen zijn dan 350,--, in de tweede plaats moest er iets extra's worden gebouwd, dus niet in de plaats van het bestaande contingent hetgeen bete kende dat het vrije-sectorbouw moest worden, en in de derde plaats zijn wij creatief bezig geweest voor wat betreft de materiaalkeuze. Het is nu alu minium geworden, maar het zou mij worst zijn ge weest als het hout of steen zou zijn geworden, mits er maar iets extra's voor de bedoelde groep, dus met een bepaalde woonlast, kon worden gebouwd. Iedereen die durft te stellen dat hier de preten tie ligt -- de naam "Van Dun-woningen" heb ik ove rigens niet zelf verzonnen dat wij de woning nood kunnen oplossen in Breda wanneer wij maar ge noeg van dit soort aluminiumwoningen bouwen, moet ik zeggen dat dat een fictie is. Dit blijft name lijk een experiment en misschien mag ik voor de zesde keer uitleggen wat wij bedoelen met een ex periment, waarmee ik meteen een aantal andere vra gen beantwoord. Ik beschouw dit met name als een bestuurlijk experiment, want wee degenen mis schien klinkt dit wat theatraal -- die het voor touw willen nemen om dit soort ontwikkelingen mee te begeleiden, en ik weet dat er in Nederland méér zijn. Ik heb aan den lijve ondervonden wat

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 478