17 MAART 1981
480
krediet. De heer Brokx heeft gezegd dat hij die
garantie niet kon geven en ik heb daarvoor begrip.
Wél was de heer Brokx overtuigd van de waarde van
dit experiment, waarop ik dadelijk nader inga, en
voorts was hij ervan overtuigd dat de financiering
een verantwoorde was; ik zeg dit met name in de
richting van de heer Van Asseldonk. Hij is daarom
met het gemeentebestuur van Breda naar gedeputeer
de staten gegaan, waar hij heeft getracht in het
kader van een inhoudsvolle benadering van dit
soort zaken een duidelijk pad te effenen.
De heer Van Asseldonk heeft als probleem in
dit verband de dynamische-kostprijsmethodiek ge
noemd. Ik hoop dat ik de raad niet behoef te ver
velen door te proberen met mijn beperkte kennis
uit te leggen wat dit dan wel betekent, want ik
meen dat wij daarvan allemaal wel min of meer op
de hoogte zijn. Mijns inziens wil de heer Van As
seldonk deze wijze van huurprijsberekening enigs
zins met onjuiste motieven afdoen. Wellicht te
recht merkte hij op dat dit systeem in het midden
van de zeventiger jaren is ontworpen, in een tijd
waarin dat nog kon, maar dat nu de bomen niet meer
tot in de hemel groeien. Ik verwijs echter naar de
krant van een paar dagen geleden, waarin wij kun
nen lezen dat op dit moment institutionele beleg
gers er bereid toe zijn in de premiehuursector op
te treden, met gebruikmaking van het systeem van
de dynamische-kostprijshuurberekeningIk meen dat
ik hiermee toch zeker voor de V.V.D. een objectief
toetsingsmiddel heb aangegeven. Vervolgens wijs ik
de heer Van Asseldonk op de houding van zijn par
tijgenoten in de Tweede Kamer. Als dit een fout
systeem zou zijn, zou de rijksoverheid al lang
failliet zijn. Wij voegen evenwel nog jaarlijks
aan onze woningvoorraad tienduizenden woningen toe
die op dezelfde wijze worden gefinancierd. In de
derde plaats vraag ik mij af hoe je tegen de dyna
mische-kostpri j shuur kunt zijn als we straks gaan
praten over de decentralisatie van het volkshuis
vestingsbeleid en als de verantwoordelijkheid voor