481 17 MAART 1981 bouwen, volkshuisvesting en woningnoodoplossingen conform de voorstellen van Beelaerts van Blokland en Brokx in hoge mate komt te liggen bij de lokale overheid, die óók met dat systeem zal moeten gaan werken. Het gaat namelijk niet aan om woningwetwo ningen te bouwen met een huur van 700,tot 800,per maand, zodat ook dan van dat gehono reerd stelsel gebruik zal moeten worden gemaakt. Ik wijs in dezen dus op hetgeen op rijksniveau ge beurt, op de decentralisatie van het volkshuisves tingsbeleid en op de pas gesloten overeenkomst met de institutionele beleggers. Voor een deel voel ik wel mee met het probleem van de heer Van Asseldonk, want er blijft natuurlijk altijd een zeker risico bestaan, en men spreekt dan doorgaans uitsluitend over het negatieve risico, omdat dat zo leuk pra ten is, en niet over het positieve risico, waarvan óók sprake kan zijn. Ik ben er daarom ook blij om dat wij hebben gekozen voor de reservering van de beroemde 267.000,Ambtelijke signalen hebben ons doen weten dat juist het introduceren van deze reservering een grote blokkade bij het ambtelijk apparaat van de provincie zal overwinnen, indien de raad akkoord gaat met dit voorstel, waarna zal worden gepoogd op korte termijn ook goedkeuring van g.s. te verkrijgen. Een volgend punt waaraan ik aandacht wil be steden is de vraag waarom de gemeente zelf bouwt. Ik meen dat met name ook de heer Van Asseldonk daarover heeft gesproken. Ik wil voorop stellen dat de gemeente in principe niet zelf moet bouwen. Als je echter ontwikkelingen op gang wilt brengen, als je gebruik wilt maken van een stuk know-how van het gemeentelijk apparaat en als je eindelijk eens iets wilt doorbreken, moet je mijns inziens ook het lef hebben om zelf het voortouw te nemen, In deze situatie betekent dat dat wij ook metter daad zelf dienen te bouwen. Dat is de reden waarom wij dat in dezen doen. Men vraagt zich af, met na me tegen het perspectief van een vijfjarenplan, welke nu de toekomstwaarde van dit soort

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 481