17 MAART 1981 484 deze ontwikkeling aangegeven. Het is de raad bekend dat T.N.O., -Peuts, ons eigen apparaat en welstand zich hiermee hebben be ziggehouden, en ook voor wat betreft welstand is het niet allemaal botertje tot de boom. Technisch gezien praten we niet meer over een experiment, want men heeft aangetoond dat deze woningen duide lijk levensvatbaar zijn. Van de kant van de Partij van de Arbeid is gevraagd of wij een vijfjarenplan voor goedkope woningbouw kunnen presenteren, maar daarop moet ik zeggen dat wij zo ver thans nog niet zijn, wat mijns inziens ook niet mogelijk zou zijn geweest. Wel heb ik toegezegd daarvoor worden op dit mo ment ook voorbereidingen getroffen -- dat ik de raad zal confronteren met alle plannen waarover wij beschikken en met de kwaliteit van die plannen. Ik heb al gezegd dat in dit verband rekening moet worden gehouden met twee dingen, die erg moeilijk liggen. De één houdt bijvoorbeeld wel rekening met de grondkostenmaar de ander weer niet. Het is uiteraard ook niet gemakkelijk om allerlei zaken technisch goed door te lichten. Ik zou nog lang over dit onderwerp kunnen pra ten, maar ik zie dat de raad onrustig wordt; wel licht verlangt men naar de koffie. Ik wil daarom nu mijn betoog in eerste instantie afronden. Ik heb begrip voor de contestatie die bij de presen tatie van deze plannen is opgeroepen, maar mag er ook niet eens contestatie ontstaan? In bestuurlijke zin erken ik dat tot 12 januari een plan van uit sluitend deze wethouder werd gepresenteerd, zij het met kennis van de overige leden van het colle ge. De bedoeling van dit experiment is iets ex tra's te doen in het kader van de hele volkshuis vesting in Breda. Wij hebben niet de pretentie dat hiermee het ei van Columbus op tafel is gelegd. Het voorstel dat wij u hebben voorgelegd is voor wat betreft de financiering verantwoord. Het gehele college zal het op prijs stellen als de raad vana vond zo unaniem als maar mogelijk is met dit

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 484