17 MAART 1981
486
ten aan zien van de dynamische-kostprijsberekening.
Het is natuurlijk leuk om een artikel aan te voe
ren dat twee dagen geleden in de krant stond, maar
ik zou een artikel kunnen aanhalen dat de vorige
week in de Elsevier stond. Blijkens dat artikel
stellen de bouwbond van de F.N.V. en ook de groep
30-6, u welbekend, die zich bezighouden met het
oplossen van de problematiek rond de woningbouw,
dat juist berekening op basis van de dynamische
kostprijs één van de grote knelpunten vormt. Nog
maals vraag ik mij af of wij als gemeente Breda
die kar kunnen trekken.
Vervolgens wil de heer Ten Wolde nog graag
een aanvulling op mijn betoog geven.
De heer TEN WOLDE: De heer Van Asseldonk heeft
in zijn betoog centraal gesteld dat het in dezen
gaat om een experiment. Indien iets stagneert moet
de gemeente de condities scheppen teneinde daaraan
iets te kunnen doen. In onze fractie vormt dit een
zwaar punt bij de beoordeling van dit soort zaken.
Het heeft onze fractie verbaasd dat uit het hele
betoog van de wethouder niet is gebleken dat hij
in de richting van onze fractie een poging wilde
doen om ons door middel van zijn beantwoording
over de brug te krijgen.
In wil in dit verband nog een opmerking van
politieke aard maken naar aanleiding van het door
de wethouder gestelde dat verschillende aspecten
van het betoog van de heer Van Asseldonk in een
ondeugdelijk perspectief waren gezet. Er werd
zelfs een relatie gelegd naar onze op dit moment
helaas afwezige wethouder Sandberg. Wij vinden dit
geen juiste methode. Ik kan u zeggen dat wij met
de heer Sandberg hierover voldoende contact hebben
gehad. Onze fractie heeft een heel duidelijk stand
punt bepaald, zoals dat door de heer Van Asseldonk
is verwoord. Wij hadden minstens verwacht dat de
wethouder, zonder verwijzing naar wethouder Sand
berg, onze vragen inhoudelijk zou hebben behandeld,
met de kanttekeningen en de aspecten welke de heer