487 17 MAART 1981 Van Asseldonk naar voren heeft gebracht. Wij kunnen er niet omheen dat er in de proce dure wat vormfouten zijn gemaakt. De wethouder heeft de procedure tot 12 januari voor zijn eigen verantwoording genomen. Op dit moment heeft onze fractie nog geen de finitief standpunt bepaald. Nogmaals dring ik er bij de wethouder op aan een poging te doen om ons te overtuigen. Afhankelijk van zijn antwoord zul len wij ons standpunt nog nader toelichten. Mevrouw MUNTJEWERFF-VAN DEN HUL: Aan het eind van zijn betoog stelde de wethouder de vraag: mag er dan niet eens contestatie optreden? Wij vinden dat dat eigenlijk niet mag en voor wat dat betreft kunnen wij ons dan ook vinden in hetgeen de heer Van Asseldonk heeft gezegd over de vezels en de bast. Ten aanzien van de kern van het betoog van de heer Van Asseldonk moeten wij constateren dat de V.V.D.-fractie afstand neemt van het landelijk wo ningbouwbeleid zoals dat al jaren wordt gevoerd en ook door het C.D.A. wordt ondersteund. De heer Van Asseldonk heeft ook de dynamische- kostprijsmethode aan de orde gesteld, waarbij hij de vrees heeft uitgesproken dat hantering daarvan risico's in zich draagt, maar als Partij van de Arbeid-fractie tillen wij daaraan niet zo zwaar. In eerste instantie hebben wij al gezegd dat naar ons oordeel de gemeente voor de goede zaak van het oplossen van de woningnood best financiële risi co's mag nemen. De wethouder heeft gesproken over de vraag wie de verantwoordelijkheid voor de volkshuisves ting draagt en verder heeft hij nog opgemerkt dat de gemeente in principe niet moet bouwen. Wij me nen echter dat de gemeente dat in principe wél mag doen en gelukkig gaat dat nu ook gebeuren. Ook ons is nog niet helemaal duidelijk of de ze zaak nu een eenmalig karakter draagt of door andere zal worden gevolgd.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 487