493
17 MAART 1981
bij het presenteren van de eerste versie dit is
namelijk niet het tweede plan, maar de tweede vi
sie van een preadvies nog geen duidelijkheid
bestond over de totale dekking van mogelijke risi
co's. Enerzijds was het toen nog de vraag of g.s.
hiervoor goedkeuring zouden verlenen en anderzijds
speelde nog de kwestie van de garantiestelling.
Thans kunnen wij als college een afdekking etale
ren voor een mogelijk negatief gevolg van de toe
passing van de dynamische kostprijs, waarmee ik
doel op de reserve.
Je kunt natuurlijk urenlang praten over de
dynamische kostprijs en over de vraag of die in
de tijd dan wel uit de tijd is. In eerste instan
tie wees ik erop dat wij op weg zijn naar decen
tralisatie van het volkshuisvestingsbeleid, in de
tweede plaats wees ik op de overeenkomst die on
langs met de institutionele beleggers is gesloten,
óók in het kader van de dynamische kostprijs, en
in de derde plaats wees ik op hetgeen het rijk
zelf doet. Dit zijn handzame en praktische argu
menten, waarmee ik wil aantonen dat wij niet de
enigen zijn die deze toer op gaan. Wij gaan die
toer op omdat dit de enige legitieme methodiek is
die huizen op de markt brengt met aanvaardbare hu
ren. De consequentie daarvan kan zijn dat wij ri
sico lopen, maar mijns inziens moeten wij dat re
lativeren en bovendien beschikken wij over de re
serve
Ik meen dat ik hiermee de vragen van de heer
Van Asseldonk heb beantwoord en ik geloof ook dat
ik het gevoelen van de heer Ten Wolde heb weer
sproken. Noch persoonlijk noch als wethouder heb
ik de indruk willen wekken die de heer Ten Wolde
aan mijn woorden heeft ontleend en het zou ook op
portunistisch niet verstandig zijn geweest als ik
dat had gedaan. Het laatste vind ik echter in dit
verband het minst belangrijk; de andere waarden
prevaleren
De heer TEN WOLDE: Kan de vergadering enkele