50 J
17 MAART 1981
wel en wee van de jongeren in Breda aantrekken en
zij doet dat ook. Wij richten ons daarbij op alle
jongeren, en niet in het minst op de jeugd die
door welke omstandigheden dan ook in de nesten zit
of dreigt te komen. Wij onderkennen de problemen
die door de op dit gebied werkzame instellingen
worden gesignaleerd en we willen en zullen con
structief meedenken over en meewerken aan oplos
singen van de bestaande problematiek en leniging
van de nood die er is. In verband hiermee staan we
positief tegenover de intentie van het ter tafel
liggende voorstel. De jeugdgroepen zoals ze op het
ogenblik bij het college en bij ons bekend zijn,
vragen om een eigen ruimte, een ruimte waarin zij
zich kunnen ontplooien en amuseren en waarin zij
zich thuis voelen. Of deze aanpak "de enige echte"
zal zijn? Wie zal het zeggen? Wij willen het col
lege echter minstens in de gelegenheid stellen de
problematiek op deze wijze aan te pakken. Naar wij
hopen zal deze aanpak een positief effect hebben.
Wij zijn ons ervan bewust dat de aanpak voor
een groot gedeelte afhankelijk is van de begelei
ding. Dit komt ook tot uiting in de subsidievoor
waarden. Ik wil niet herhalen wat in de discussie
over de begeleiding van jeugd die onder andere
bij een voorstel aangaande de Freetimers is ge
voerd -- ter sprake is geweest, maar voor ons staat
één ding vast: aan de begeleiding, zeker in de
aanvangsfases, zullen hoge, zware eisen moeten en
mogen worden gesteld.
Het C.D.A. wil ook in dezen graag meedenken.
Wij willen mee proberen aanzetten te geven en wij
willen ook het particulier initiatief alle kansen
bieden om tot een zo goed mogelijke begeleiding te
komen. We zullen evenwel ook de ontwikkeling en de
begeleiding van deze projecten kritisch blijven
volgen en we verzoeken het college het halfjaar
lijks financieel verslag en activiteitenplan ik
doel hier op het halfjaarlijks overzicht waarvan
in de subsidievoorwaarden sprake is -- tenminste
regelmatig aan de commissies sociale zaken en