50
12 JANUARI 1981
op het politieke leven. Zij stelt zich wat dat be
treft anders op dan bijvoorbeeld de fractie van de
Partij van de Arbeid, die zich herhaaldelijk heeft
beroepen op uitspraken van kerkelijke zijde om
haar standpunten kracht bij te zetten. Ik denk aan
uitspraken van de Raad van Kerken ten aanzien van
het kraken. In tegenstelling tot die opvatting van
de P.v.d.A.-fractie wensen wij de betekenis van
kerkelijke uitspraken over maatschappelijke vraag
stukken sterk te relativeren.
Dat houdt echter volstrekt niet in dat libe
rale gemeenteraadsleden zich niet door hun per
soonlijke godsdienstige overtuiging, als daarvan
sprake is, zouden kunnen laten inspireren. Daarbij
past naar de mening van die leden eventueel ook
een openingsgebed, zoals opgenomen in artikel 19.
De motie van de heer Oomen met betrekking tot
het roken in de vergaderingen van de raad en de
commissies is nog niet in de fractie besproken,
zodat ik er geen fractiestandpunt over kan geven.
Dit maakt uiteraard een schorsing noodzakelijk.
Hetzelfde geldt voor de moties en amendementen van
mevrouw Saelman: ook daarover kan ik nu nog niets
zeggen.
De VOORZITTER: Dames en heren. Ik mag vast
stellen dat de eerste termijn hiermee is afgeslo
ten. Zoals u weet zijn we al enkele jaren met de
behandeling van het reglement in de commissie be
zig en nu zijn we dan zo ver dat behandeling in de
raad kan plaatsvinden. Inmiddels heeft de eerste
termijn naar ruwe schatting een twaalftal amende
menten en enkele moties opgeleverd waarvan boven
dien vast staat -- ik heb dat aan de hand van uit
latingen van enkelen uwer mogen constateren dat
zij onvoldoende in de fracties konden worden be
sproken. Daar komt nog bij dat de "dreiging" zo
wil ik het persoonlijk zien van schorsing be
staat en dat wij de vergadering omstreeks zeven
uur zullen moeten beëindigen. Tegen deze achter
grond zou ik willen voorstellen de beantwoording